preek over Markus 7: 24-33

over honden en kinderen... gojiem en Joden.

 

Een bekend verhaal, vooral in de versie van Mattheus overigens, waarvan Markus toch wel wat afwijkt, maar dit terzijde.

‘brood van de kinderen voor de honden’… schokkend eigenlijk

De barse toon, de harde afwijzing van de vraag van die arme vrouw. Je verwacht dat niet van Jezus... Is dat dezelfde als van wie gezegd wordt: “En Jezus, de scharen ziende, werd hij met innerlijke ontfer­ming over hen bewogen, daar zij waren als schapen zonder her­der”

Hier is in niets van die ontferming te bespeuren.

Integendeel: Jezus verhardt zijn hart.

 

Nu, daarvoor is een perfecte verklaring. De evangelisten zorgen er ook wel voor dat je ’m niet kunt missen. We hoeven enkel de geografische, etnische en religieuze aanduidingen op ons te laten inwerken… ons m.a.w. verplaatsen naar de plaats waar Jezus zich op het moment van ons verhaal bevindt.

Jezus is namelijk in het buitenland

Hij is in het gebied van Tyrus, Libanon dus.

Niet om zich aan heidenzending te wagen of iets dergelijks; integendeel: hij was op verlof. “Hij had daar een huis gevonden en zich teruggetrokken…. en wilde niet ‘dat iemand het wist’. Hij zocht blijkbaar rust en wilde niet gestoord worden.

 

En dan komt er een vrouw, – syrofenicische, Kananees maakt Mattheus ervan... en voor alle duidelijheid voegt Markus nog toe: een Griekse. Dat gaat niet over de nationaliteit (zoals wij zouden denken – lastig hè, lezen – maar over haar religieuze toebehorigheid: Grieks = tgst van Joods. NBV heeft het alvast voor ons opgelost: geen Jodin . Trouwens ook Hieronymus had al dynamisch equivalent vertaald: 'gunè hellenikis' = mulier gentilis.

vgl nogPaulus: Jood en Griek / man vrouw /vrij en slaaf. (Gal 3)

 

Daarom dus die onverschilligheid bij Jezus:

we zijn buiten ‘Israel’ en de ‘vrouw’ is ‘geen Jodin’ . Niets dus om ‘contact’ te maken.

Integendeel: twee werelden and never the twain shall meet...

 

Als die vrouw Jeus aanspreekt... ja dan is dat een storing, geen gesprek.

 

Er zit een conflict onder dit verhaal.

Een conflict over ‘wij en zij’; preciezer: over ‘wij wel’ – ‘zij niet’ ; In-group-out-group.... ‘eigen volk eerst’ over een open of gesloten samenleving... (Karl Popper)

En dan versterkt door het religieuze element dat hieronder zit: discriminatie op grond van godsdienst.

Conflictstof genoeg. Het is een gevaarlijk verhaal.

 

En dat conflict of beter de spanning die die tegenstelling oplevert, is het eigenlijke onderwerp van dit verhaal, en bevat ook de boodschap voor de lezers van Markus en voor ons vandaag….

 

Ik zal het met u proberen wat ordelijk te behandelen door de verschillende nivos te onderscheiden in dit conflict: eerst godsdienst-historisch binnen het verhaal en hoe dat bij de lezers van toen speelde

en dan... tenslotte… bij ons.

 

het godsdienst-historische nivo:

Jezus heeft ‘Israel’ verlaten en – belangrijk – ook volgens zijn eigen aanvoelen heeft hij buiten Israel niets te zoeken , geen missie.

Hij legt dan ook geen contact met de mensen daar. Het zijn ‘zijn mensen’ immers niet.

Ze zijn goed om je temidden van hen terug te trekken, maar verder negeer je ze.

Beetje zoals toeristen in Afrika of het Verre Oosten…

 

Dat is echter buiten de waard gerekend, dat wil zeggen: buiten het leven zelf gerekend..

Het leven houdt zich namelijk niet aan menselijke afspraken, indelingen en voornemens, vooral niet als het leven onder druk staat.

Daar in dat land waar Jezus niets te zoeken heeft is een vrouw die Hem zoekt.

Zij heeft blijkbaar iets gehoord over een wonderbaarlijke genezer… en haar dochter is ziek.

Dat die man een Jood is, dat maakt haar niets uit: alles is goed voor iemand die wanhoopt,

want dat kenmerkt haar leven: wanhoop, omdat het leven van haar dochter bedreigd wordt...

[demon stuk moeten we ons niet door laten afleiden, détail]

En als je wanhopig bent, en de normale hulpverlening helpt niet…– dan probeer je alles.

 

Dus valt ze voor hem op de grond en roept zijn hulp in: Kyrie Eleison, roept ze volgens Mattheus: Heer, ontferm u…

 

Daar zal Jezus toch wel gevoelig voor zijn… (“Hij laat geen bidder staan…”)

Sympa­thie, empathie? Niks daarvan…

 

Jezus blijft ongevoelig. Hij heeft ‘niets’ met haar.

Het brood dat hij heeft…. – wat een geladen woord in de kerk – … is er voor de kinderen… en die moeten eerst verzadigd worden… En het is toch ongepast om kinderen het brood af te nemen om het aan de honden te voeren…

dixit Jezus van Nazareth.

 

Zij is geen Jood en dus is Hij er niet voor haar.

Kinderen zijn kinderen, honden zijn honden...

Het brood des hemels is voor de kinderen Israëls, nìet voor de honden daarbuiten:

Je gooit toch ook geen parels voor de zwijnen!

Vrouw, ken je plaats! Laat af! Vort ! Va-t-en.

Mijn God heeft niets met jou… en dus wil ik ook niets met jou van doen hebben.

Trekt uw eigen plan.

 

We beginnen wat kribbig te worden

Jezus, is dat nou een manier van doen! Een vrouw in nood afwijzen, niet helpen, dat is al erg. Haar dan ook nog en publique vernederen door haar voor ‘hond’ uit te maken... Adding insult to inury...

Tijd voor een klacht voor het centrum van gelijkheid van kansen ?!

 

Neen, we zijn godsdienst-historisch bezig. Dus rustig aan:

Deze reactie was toen de gewone.

De Joodse God is er – aldus de Joodse bijbel – voor het Joodse volk. Hij heeft wel hemel en aarde geschapen en de mensen die daarop wonen, maar Hij heeft enkel met Israel een verbond aangegaan.

 

De HEER heeft Jakob uitverkoren

om naar zijn heilig Woord te horen.

Aan Israël heeft Hij ten leven

zijn rechten en zijn wet gegeven. …

zegt een Psalm 147. En: Zo deed Hij aan geen andere volken. 

Die moesten zijn getuigenissen en zijn verbondsgeheimen missen…. zo vult de oude berijming aan.

Halleluja, staat er dan in de onberijmde psalm.

 

De God van Israel is particulier, niet algemeen.

De gojiem hebben er geen zaken mee. God laat hen met rust en zij moeten God en Israel met rust laten. Dat is Joods.

 

Laat de volkeren maar op hun manier religieus zijn ‘hun goden dienen’. (Jeder soll auf seine Façon selig werden). Voor Joden van toen en vandaag is dat prima.

Het verbond is een interne zaak . Het jodendom is geen universele religie. En is ook niet naijverig. Hun geloofsijver, hun zendingsijver is enkel naar binnen gericht: intern.

Verder is het religieus pragmatisch en pluralistisch....

 

Dat is een fundamenteel verschil met de twee andere boekreligies: christendom en islam, die wel allebei universele pretenties hebben en dus imperialistische trekken...

 

Dus – ik vat samen: godsdienst-historisch – Jezus was gewoon een joodse rabbi en zo reageerde hij dan ook op de poging tot contact vanwege die ‘goj’.

Israël is het volk waar God zich mee bemoeite, Israël is het volk waar God mee op weg gaat

Jezus houdt zich gewoon aan Gods verkiezing.

 

Het hemelse brood heeft God bestemd voor de kinderen Israels en niet voor de gojiem. En daarmee basta, had Jezus gezegd.

Instinctief reageert de vrouw, gevat – lik op stuk:

            Jazeker, Heer, zo is het, maar:

            ook de honden onder de tafel eten toch van de kruimels die de kinderen laten vallen!

 

Nood leert bidden, zegt men. Nood maakt slim, sluw en doet je alle trots inslikken.

De vrouw lijdt omwille van haar dochter.... En aan dat lijden moet iets gedaan worden.

Jood of Griek, moslim of christen, atheist of boeddhist... als je in nood zit zijn al die onderscheidingen, etnisch, religieus, irrrelevant...

Je bent alleen nog gespitst op leven, overleven…. op brood en hoe je dat kunt krijgen.

Haar dochter heeft hulp nodig. En als ze om die te kunnen krijgen – zich daarvoor moet laten vernederen, het zal haar worst wezen. Liever een levende hond dan een dode leeuw!

 

En zo verslaat ze Jezus met zijn eigen vergelijking, vangt hem in zijn woorden. Iets wat de schriftgeleerden en farizeeen al te vaak tevergeefs hebben geprobeerd.

Jezus staat met z’n mond vol tanden. Het vleesgeworden woord is sprakeloos… , Hij kan de vrouw enkel gelijk geven èn dus gehoorgeven aan haar smeekbede... Omwille van dit woord…

 

Je kunt dat diepzinnig uitleggen. Mattheus doet dat: hij ziet hierin een geloofsbelijdenis. Mooi. Je kunt het ook gewoner lezen: Jezus is gewoon onder de indruk van de gevatheid van dit antwoord. Goed gezegd ! (NBV).  Iemand die zo’n antwoord geeft, die kun je toch niet langer negeren. En – en dat neemt me dan weer voor Jezus in – Jezus laat zich beleren.

 

De vrouw heeft door haar spitse antwoord hem overtuigd… hem een nieuw inzicht bijgebracht. De grenzen van de uitverkiezing moeten overschreden kunnen worden… Het is ‘Brot für die Welt’ (EKD). De goede boodschap mag niet beperkt blijven tot kleine kring. De in-group moet zich openen voor de out-group.

Voor de ontmoeting met deze vrouw had Jezus dat nog niet zo gezien…

Dit heeft hij van haar geleerd.

 

Als God heil brengt, dan kan het niet anders dan dat dat universeel is. Het mag niet gereserveerd blijven voor de eigen groep. Voor het gemak verdeel je de grote wereld altijd in groepen en met sommige heb je iets en met anderen minder en met weer anderen niets.  Maar deze pragmatische indeling mag niet absoluut worden, nooit. En zelfs als de religie die je aanhangt zulke grenzen trekt… dan nog moet je die durven overschrijden als… ‘het mens-zijn’ in gevaar is, als er een mens in gevaar is.

 

Dat iemand mens is, is belangrijker dan tot welk volk of tot welk geloof (of niet-geloof) iemand behoort. Jezus heeft dat van deze vrouw geleerd… en de kerk schaamt zich er niet voor ook dat verhaal in het evangelie op te nemen… Open staan voor ontmoetingen, altijd bereid om te leren en de opvattingen bij te stellen. Dat is de attitude van de ‘mensen van de weg van Jezus’.

 

Ik associeerde deze vrouw in dit verhaal met Jakob aan de Jabbok; vandaar dat ik dat verhaal ook met u gelezen heb. In een existentiële worsteling met het leven, met de schuld, met de ander, met zichzelf, met God…worden de bakens van het geloof verzet, gaan mensen grenzen over die tot dan toe onoverschrijdbaar waren, worden tegenstellingen overstegen...

verandert ook de relatie met God …. wordt het beeld van God bijgesteld.

 

Nog even terug naar Jakob. Zoals Jakob met God worstelde om zijn zegen, en zo ‘Israel’ werd, zo vechten hier ‘de gojiem’, de volken om de zegen van diezelfde God…

Zoals Jakob de stamvader van Israël is geworden, zo is deze vrouw a.h.w. de stammoeder der christenen uit de volken geworden. Haar spitse geest – ‘dit woord’ – heeft Jezus ertoe gebracht om ook de volkeren te tellen als ‘in Israel ingelijfd’

 

Tenslotte :

Een verhaal staat nooit zomaar in het evangelie.  

Precies dit punt – verhouding Joden–Grieken (gojiem) was een een teer punt in de eerste gemeenten, een pijnpunt. Het evangelie naar Markus hoort bij de gemeente van Rome en in Rome bestond die gemeente vooreerst uit Joden, maar al snel ook uit niet-Joden (Grieken = Romeinen, maar dat is in dit geval hetzelfde).

En daar was het spanningsveld waar zich dit verhaal afspeelt, helemaal geen antiquarisch gebeuren, maar een hoogst actueel punt...

 

Een pijnpunt zei ik al.... letterlijk: het lichaam van de Heer werd erdoor verscheurd...

Je kunt het nog voelen in de brief van Paulus aan die gemeente... waar het hoofdthema, de rode draad is: hoe kan iets dat voor de Joden was en daar ook helemaal thuishoorde .... het evangelie, nu ook van gelding zijn voor gojiem.... en wat dan met de spanningen die dat veroorzaakt... En wat dan met de Joden die zich daar tegen verzetten? Paulus komt er ook niet uit.

Het verschil opheffen? Dat gaat zomaar niet. Gemakkelijker gezegd dan gedaan....

“Tussenmur afbreken die scheiding maakt”... “in Christus geen Jood of Griek...”

Zal wel, maar in de praktijk is dat nog wel een beetje anders.

 

Dit verhaal legitimeert hun co-existentie. Rondom deze Jezus moeten ze samen-leven, maar ook de rangorde wordt behouden: Eerst de Jood dan de Griek.... Eerst de kinderen, dan de honden…

 

Nog in dezelfde eerste eeuw verandert het nogmaals. Bij Lukas lezen we al over de hoofdman van Kapernaum die voor zijn knecht Jezus benadert, ook een goj, daar wordt de ontmoeting veel vriendelijker beschreven… daar geen conflict, zelfs haast geen spanning meer. Daar wordt zelfs tot slot toegevoegd: Zo’n groot geloof heb ik in Israel niet gevonden...

Onderhuids komt er kritiek op de afwijzing van Jezus als Messias door veruit het grootste deel van Israel…

 

En je hoeft nog maar enkele tientallen jaren verder te gaan en de rollen zijn omgedraaid;

De gojiem zijn er mee gaan lopen.... Ze hebben bij wijze van spreken het brood van de tafel gestolen en de kinderen wandelen gestuurd. Letterlijk: de eerste synodes van de kerk veroordeelden bepaalde opvattingen (bijv. dat Jezus niet God was, zoon van Jozef en Maria etc..) waardoor de laatste joods-christelijke gemeenschappen tot ketters werden verklaard en de kerk ont-joodste…(Ebionieten)

 

Voor mensen die dit verhaal lezen na dit schisma.... het eerste: breuk kerk-synagoge, is dit verhaal een lesje in nederigheid: Wij zijn de laatkomers in dit verhaal.

De belediging ‘honden’ is voor ons bedoeld…

Hoe je het ook wendt of keert: de Joden zijn en blijven de kinderen.

 

En … nog een ongedacht neveneffect: Wat wij eten is hun brood.

Lesje in nederigheid. Ja, èn in dankbaarheid.

Amen.