A gothic incarnation

   

Home
Up
Charlotte de Bourbon
Books
Movies
de vierde Wijze
Franciscus' vogelpreek
Holy ignorance
Aanbidding der koningen
de mythe van Europa
Pelgrimage naar Vézelay
de verboden lezing
A gothic incarnation
Dichters
de nar bij het altaar
Conques
Maria Magdalena
Charivarius

Van Gothische kathedralen en oude kerststalletjes

mijmeringen over de menswording van Christus

 

Gelijk met de opkomst van de Gothische bouwkunst (12e eeuw) komt een proces op gang om Christus meer als 'mens' af te beelden. Niet dat men Christus' menswording voordien niet beleed, maar in de beleving (waarvan de kunstwerken een afbeelding zijn) heeft in de hele Middeleeuwen altijd sterk de nadruk gelegen op de Godheid van Christus. De Gothische kunst gaat op zoek naar manieren om de incarnatie (=menswording) van Christus tot uitdrukking te brengen. Wie de afbeeldingen van Christus bestudeert boven de ingang van de Gothische kathedralen (op de timpanen, zoals dat officieel heet) kan dit proces bij wijze van spreken stap voor stap volgen.Op de oudste kathedralen staat Christus nog bijna niet menselijk afgebeeld. Dat wil zeggen: wel mensvormig maar met een uitstraling die duidelijk niet van deze wereld is, zodanig gestileerd dat zijn gestalte bijna abstract is, één en al verwijzing naar zijn hemelse realiteit. U kunt het het best vergelijken met de Christus op een oosterse ikoon. Het is dan ook altijd Christus, de rechterkoning die op de troon van de Vader gezeten de schapen van de bokken scheidt in het laatste oordeel. Voorbeelden hiervan kun je aantreffen in Moissac (Christus als de God van de Apocalyps) en Autun (Het laatste oordeel, zie afbeelding).

De figuur van Christus bevindt zich bijna altijd in een 'mandorla' = amandelvormig kader of 'stralenkrans'. Deze duidt er op dat Christus een goddelijke persoon is en geen mens. Op ikonen van de Verrijzenis of de Verheerlijking op de berg (transfiguratie) zult u deze mandorla eveneens zien. Gaandeweg de 12e eeuw zie je Christus èn het tafereel vermenselijken. De houding van Christus wordt gewoner, minder gestileerd, meer menselijk, meer driedimensionaal ook. Op het timpaan van Vézelay (midden 12e eeuw) is zelfs niet meer het laatste oordeel afgebeeld, maar de opgestane Heer die zijn apostelen uitzendt over de ganse aarde, om alle volkeren te redden van het oordeel. Wel is ook daar Christus nog steeds gestileerd binnen een mandorla.

Het timpaan van de kathedraal van Chartres (ingewijd 800 jaar geleden: 1194) is de menswording van Christus kunstzinnig, d.w.z. ambachtelijk voltooid. Het timpaan van Chartres beeldt traditiegetrouw het laatste oordeel uit en de opzet is vergelijkbaar met (beïnvloed door?) het timpaan van de kerk te Moissac, maar toch spreekt zij een heel andere taal. Jezus Christus is een bereikbare figuur geworden. Hij komt a.h.w. los uit het reliëf (èn de mandorla) waarin Hij zo prominent zetelt, omringd door de symbolische dierfiguren van de vier evangelisten. Hij ziet er uit als een mens, weliswaar een koninklijk mens, maar toch zeker herkenbaar (zie afbeelding)

De kathedralenbouwers vonden voor hun figuren en taferelen niet meer alleen inspiratie in het Oude Testament en de Apocalyptische gedeelten van het Nieuwe Testamant, maar steeds meer in de evangelieën en de Handelingen. De evangeliën (en wel m.n. de eerste drie) tonen Jezus overduidelijk in zijn menselijkheid: geboren uit een vrouw in beroerde omstandigheden, predikende in de open lucht onder de zon, omgeven door 'het volk des lands'.

historisch détail: De uit Palestina teruggekeerde pelgrims en kruisvaarders hebben aan deze 'vermenselijking' in de voorstelling van Christus geen geringe bijdrage geleverd: Jeruzalem is voor de Middeleeuwer sinds de kruistochten niet meer alleen een 'hemelse stad', maar ook een 'aardse plek'. De kruistochten hebben dus  om eens iets positiefs te zeggen van over deze merkwaardige pelgrimagevorm  het evangelie van Jezus Christus dichter bij de gewone mensen gebracht doordat zij a.h.w. de Palestijnse geuren en kleuren naar Europa hebben meegenomen.

Doordat de evangeliën meer in de belangstelling kwamen te staan werd met de vermenselijking in de voorstelling van Christus ook het thema van de armoede plots actueel, soms in kritiek òp de rijke kerk, wat leidde tot excommunicatie, soms in 'goede' banen geleid dóór de kerk.

Van beiden een voorbeeld:

De rijke koopman Pietro Valdès hoorde in het verhaal van de rijke jongeling een persoonlijke oproep om zijn aardse bezit te verkopen teneinde met zijn volgelingen als 'armen van Lyon' de evangelieboodschap (inclusief kritiek op de heersende kerk) 'alle den volke' te verkondigen. Vervolging was hun loon: de 'Waldenzen' werden geëxcommuniceerd.

Ook Franciscus van Assissi hoorde de oproep om de rijkdom af te zweren en te gaan prediken tot de armen. Van de machtige paus Innocentius III kreeg hij de toestemming en de opdracht om het evangelie van de incarnatie van God die in Christus onze broeder werd, te gaan prediken tot alle creatuur en met name tot de katharen, die grote volksbeweging die met een dubbelzinnig evangelisch woordgebruik de incarnatie ontkende en opriep om al het aardse en lichamelijke als 'vleselijk, dus zondig' te verwerpen en zich in een puur geestelijk leven te vervolmaken tot men 'goddelijk' zou worden. Wat de grote Bernard van Clairvaux vergezeld van ridders en soldaten niet gelukt was, lukte Fransiscus wel. De massa keerde zich onder de indruk van zijn persoon en zijn getuigenis af van het katharendom en keerde via Franciscus langzaam maar zeker terug in de moederschoot der Kerk. Precies in dìe tijd begon Fransiscus van Assissi de eerste kerststallen (apart artikel hieraan gewijd) te bouwen, waarin Maria een vrouw van gelijke beweging was als alle vrouwen en Jezus een 'klein boeleke', herkenbaar menselijk, broos. Een mens geboren tussen het schorriemorrie (= hebreeuws voor os-en-ezel), vleesgeworden vóór het schorriemorrie.

het katholieke (=algemene) christelijke geloof triomfeerde zo in de devotie rond het geboortefeest, het feest van Kerstmis over de vergeestelijkte religie van de katharen. Het heeft in de Middeleeuwen in zekere zin de Kerk gered van de altijd weer dreigende ketterij (het woord 'ketter' is een verbasering van 'kathaar) om Christus docetisch te bezien, d.w.z. als niet ècht mens. De kerststallen van Fransiscus van Assissi waren bedoeld als een krachtige onderstreping van de incarnatie, als een visualisering van zijn boodschap: "God is om ons en onze zaligheid mèns geworden"; "Zie hoe tere is de Here, die 't al draagt in zijne hand". Kortom: de kerststal als antiheidens getuigenis, wie had dat gedacht!

 bronnen:

  • G. Duby, De kathedralenbouwers, deel II, hoofdstuk 6
  • C. Papeians, Kunst en Beschaving, de Middeleeuwen (deel 1)

verschenen in 'BAND", Kerstmis 1994

 

This site was last updated
 januari, 2025