Nikodemus.
			Evangelielezing: Johannes 3:14-21 (gesprek met Nikodemus, deel 2)
			
			Nikodemus
			In 
			het donker van de nacht was Nikodemus gekomen om een gesprek te 
			hebben met rabbi Jesjoea van Nazareth. Zonder al die fans, die 
			overdag als bijen rondom Jezus zwermen. De rabbi, helemaal voor 
			hemzelf alleen….
			
Het was een vreemd gesprek geworden.
			Verwarrend. Helemaal niet zoals hij 
			het zich had voorgesteld. 
			Het 
			was gegaan over de wind 
			die waait waarheen hij wil. 
			En zó zou God werken in deze wereld. Nogal ongrijpbaar dus. En over 
			de manier waarop je Gods Rijk binnengaat: dat zou niet gaan via officiële 
			religieuze initiatieven, maar zou eerder lijken op de geboorte van 
			een kind, maar dan opnieuw, 'van 
			boven’ had Jezus het genoemd. Ook alweer zoiets dat je niet in 
			je eigen hand hebt… Moeilijk. 
			
			Verontrustend ook.
			En nu had 
			hij – we hebben het gelezen – het ook nog gehad over de
			Mensenzoon, die verhoogd zou 
			moeten worden, zoals ooit in de woestijn Mozes de slang had 
			verhoogd… Aan een paal, een staak? En dat zou dan het ultieme blijk 
			zijn van Gods liefde voor de wereld.
			
			Je zou van minder. Wij die weten hoe het verhaal verder gaat, kunnen 
			wel een aantal lege vlakken invullen: het gaat over de
			verhoging aan het kruis, 
			maar of we er eigenlijk veel meer van snappen wat Jezus nu echt 
			bedoelde, na 20 eeuwen christendom, is nog maar de vraag.
			
			En 
			dan: toen Jezus hem naar de deur begeleidde, was hij opeens begonnen 
			over mensen die het duister verkiezen boven het licht… omdat 
			‘wat ze doen’ het daglicht eigenlijk niet kan verdragen. Ai, dacht 
			Nikodemus: 
			ik misschien? Die in het duister tot hem 
			gekomen is, Wie de waarheid doet, zoekt het licht op, opdat van 
			zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.
			
			Toen de deur achter hem dichtviel en hij in het
			donker stond, wist hij 
			het zeker. Jezus bedoelde hem. Als een ‘waarheidszoeker’ was hij 
			naar deze rabbi gekomen. Hij dacht dat ‘waarheid’ te maken had met 
			opvattingen, ideeën, maar deze rabbi zag het blijkbaar heel anders. 
			Hij verbindt waarheid met 
			de manier waarop je leeft, 
			handelt als mens.
			
			Dat 
			is trouwens niet eens zo vreemd als je je te binnen brengt dat de
			Hebreeuwse betekenis van 
			het woord dat wij meestal met waarheid vertalen: ‘èmet’ toch vooral 
			een persoonskenmerk 
			aanduidt: Betrouwbaar zijn, 
			oprecht, een waarachtig
			mens. Het zegt iets over hoe je ‘bent’., 
			'wie je bent':
			
			‘De 
			waarheid doen’, of in de waarheid wandelen, is doen waar je voor 
			staat, staan voor wat je doet, betrouwbaar zijn voor je medemens, 
			oprecht, kome wat komt. 
			
			Dit 
			is ook goed om te weten als u straks Jezus aan Pilatus hoort 
			uitleggen dat hij eigenlijk alleen maar terecht staat omdat hij ‘van 
			de waarheid getuigt’. 
			Jezus bedoelde daar wellicht iets veel 
			concreters mee dan veel theologen erin gehoord hebben, nl. dat hij 
			is aangeklaagd omdat hij 
			staat voor wat hij zegt, betrouwbaar is, een
			waarachtig mens, die niet 
			meedraait met elke nieuwe wind.
			
			Dit 
			in tegenstelling tot de rechter tegenover hem, die bijzonder 
			beïnvloedbaar blijkt…
			
			
			Terug naar Nikodemus… Is de boodschap van Jezus eigenlijk geland? Is 
			hij ‘wakker geschud?’wederom geboren?
			
			Als 
			Jezus enige tijd later weer onrust veroorzaakt in Jeruzalem, willen 
			enkele van de leiders korte metten met hem maken: arresteren en 
			meteen laten stenigen...
			Op 
			dat moment stapt Nikodemus naar voren.. uit het duister in het 
			licht en zegt ten aanhoren van heel de raad, nuchter, zakelijk:
			
			Collega’s, sinds wanneer hoeven 
			wij ons niet aan onze 
			
			eigen wetten te houden?! Welnu, de wet zegt dat we iemand niet op 
			grond van ‘horen zeggen’ mogen veroordelen. Dus laat hem eerst zijn 
			zaak zelf eens voorbrengen... Dan kunnen wij oordelen.
			Hij krijgt 
			meteen de wind van voren: Zeg, ben jij ook één van zijn 
			leerlingen geworden… 
			Ja dus. 
			
En straks - als Jezus gearresteerd is, veroordeeld, en sterft, dan zorgt hij samen met een andere Joodse notabele, Jozef van Arimatea, voor een vorstelijke begrafenis. Zo eert hij die wonderlijke rabbi, die hem de ogen geopend heeft voor het feit dat het in het niet aankomt op wie er gelijk heeft, of het meeste weet, maar hoe je bent, betrouwbaar, ‘waarachtig’ en hoe dat je woorden en daden bepaalt.