Handelingen 28: Paulus' einde... 
		  Genk, 25 11 2007
		   
		  Paulus... en de groten der aarde. We hebben hem bezig gezien in 
		  mini-Rome, Filippi. Nooit zou het wankelen, niets ooit wijken > en 
		  daar waren de gevangen vrij..  we hebben hem gehoord voor de 
		  gouverneur van de keizer en koning Agrippa.. opnieuw gevangen, maar 
		  weer een vrij man.. Vorige week: hebben wij de bron gezocht van deze 
		  vrijheid. Paulus denkt niet in wereldse schema’s, maar beziet alles 
		  vanuit Gods vrijmakende eindeloze barmhartigheid.. En die mentaliteit 
		  maakt van christenen andere mensen.. We lezen vandaag hoe het met 
		  Paulus afloopt... maar eerst nog even een herinnering hoe het nu ook 
		  al weer eigenlijk zit met de macht in deze wereld
		   
		  -           
		  Schriftlezing: Psalm 2
		  -           gezang 
		  303: 1, 2
		  -           
		  Handelingen 28.. 
		  Paulus op transport.. schipbreuk... Malta...     
		  v. 11-14
	 
		  [opnieuw: historische info uit Paulus en de Koningen, van dr. J 
		  van Eck, (h 16 en 17)]
		   
		  Wanneer in de antieke literatuur een verwelkoming van een hoog 
		  geplaatst persoon beschreven wordt, dan gebeurt dat altijd volgens een 
		  vast patroon, een soort ceremonie, met de volgende onderdelen, 
		  onmisbaar:
		   
		  -         
		  uittocht van bevolking, hooggeplaatsten voorop (chroniqueurs 
		  overdrijven: de stad liep leeg.
		  -         
		  De plaatselijke notabelen zitten in de eerste groep. 
		  -         
		  ontmoeting ver buiten de stad. Daarna blijven ze bij de hoge gast... 
		  -         
		  herhaling groepsgewijs tot de stad bereikt was.
	-         
		  dankoffer voor goede aankomst
		   
		  Te Rome had men in het jaar 69 na Christus zo keizer Vespasianus 
		  ingehaald. De Joods-romeinse gechiedschrijver Flavius Josephus doet 
		  hiervan uitgebreid verslag in zijn boek over de Joodse oorlogen (boek 
		  VII, 68-72). 
		  Hoe groter de afstand, des te groter de eer die de verwelkomde ten 
		  deel valt. Daarom dat in beschrijvingen van zo'n verwelkoming ook 
		  altijd de plaatsnamen nauwkeurig worden genoemd. Natuurlijk was zo'n 
		  verwelkoming een verplicht ritueel, geheel geënsceneerd, en vaak niet 
		  van huichelarij gespeend.
		   
		  De paar zinnen waarin Lukas in Handelingen 28 de aankomst van Paulus 
		  te Rome beschrijft, bevatten alle vaste elementen van een dergelijke 
		  officiële begroeting. Men komt in twee verschillende groepen Paulus 
		  tegemoet om hem welkom te heten. De plaatsnamen worden nadrukkelijk 
		  genoemd. Je zou kunnen zeggen, dat Lukas dus de 'blijde intrede' van 
		  de apostel Paulus in Rome beschrijft. Ik geeft u een iets andere 
		  vertaling:
		   
            
		  Alsvolgt gingen wij naar Rome: 
	            
		  v.15  De broeders, die van onze aangelegenheden gehoord 
		  hadden, kwamen ons helemaal daarvandaan ter verwelkoming tegemoet tot 
		  Forum Appii en Tres Tabernae. Toen Paulus hen zag, dankte hij God en 
		  greep moed. 
		   
		  Dan vervolgt Lukas met Paulus intrede en vestiging te Rome...
		   
		  Deze op zich wat onopvallende zinnen, waar je gemakkelijk overheen 
		  leest, krijgen zo een eigenaardige kleur. Paulus krijgt van de 
		  gemeente van Rome een 'verwelkoming' zoals alleen de allerhoogst 
		  geplaatsten dezer wereld te beurt valt. De afstand die de gemeente 
		  bereid is af te leggen, is ook niet gering. De eerste groep gaat 
		  Paulus tegemoet helemaal tot Forum Appii, dat is 43 mijl, zo'n 60 
		  kilometer buiten de stad. De tweede groep wacht Paulus op in Tres 
		  Tabernae, 33 mijl, zo'n 45 kilometer buiten de stad.
		   
		  Een koninklijke ontvangst dus... 
		   
		  -           
		  SCHRIFTLEZING tot einde van boek Handelingen.
		  -           lied: 
		  gezang 303: 3, 4
		  -           preek
		   
		  Na de vorige preken over het boek Handelingen, 
		  hebt u al wel begrepen dat een beetje gevoel voor humor geen kwaad kan 
		  als je Lukas’s werkstuk leest. Vooral de onderhuidse variant daarvan: 
		  de ironie. De ironie zegt dingen met een knipoog.
            
		  dat verhaal over de aardbeving van het onschokbare in mini-Rome, 
		  Philippi, 
		  de manier waarop Paulus in zijn verdedigingsrede plots koning Agrippa 
		  tot getuige neemt en eindigt met een souverein grapje... Ik zou wel 
		  wensen dat gij alleen waart zoals ik, behalve deze boeien dan..
		  De ingewijde verstaat het en begint te glimlachen. 
		  Door dit soort humor, te gebruiken als hij bloedserieuze zaken 
		  beschrijft, want laten we wel wezen, het gaat wel over leven en dood, 
		  gevangenschap en opsluiting... En de actoren zijn wel de wereldse 
		  gezagsdragers die daarover beschikken.... relativeert hij tegelijk al 
		  “dat gedoe”. Tegelijk wordt de kleinheid van de groten ahw tussen de 
		  regels genoteerd. 
		  De Joodse humor, niet voor niets juist meesterlijk in dit soort humor 
		  des-ondanks, zoals Jan Nijs zaliger, dat placht te noemen.
		   
	Hier is dat dus ook weer zo: 
		  De apostel Paulus is natuurlijk helemaal geen hoge gast in Rome, geen 
		  notabele, waar de stad voor uitloopt, neen hij is een gevangene, als 
		  een geboeide komt hij te Rome aan. 
		  Zijn escorte ? soldaten, die hem moeten bewaken !
		   
		  Maar het evangelie keert de werkelijkheid om als het moet. Een 
		  geboeide is een vrij man, een gevangene is heer en meester; t Is een 
		  kwestie van perspectief. 
		  Had een zekere Jezus van Nazareth niet ooit, armen zalig geprezen, 
		  zachtmoedigen het aardrijk laten beërven.. En had dezelfde Lukas niet 
		  het meisje Maria allerlei revoultionaire zinnen in de mond gelegd: 
		  eenvoudigen verhoogd, machtigen van hun troon gestoten...
		  Ziet u Lukas glimlachen als hij nu deze passage opschrijft. Een 
		  gevangen joodse rabbi wordt met koninklijke eer onthaald...
		   
		  Ook de twee begroetingsplaatsen zijn opmerkelijk plaatsen. Forum 
		  Appii was een, zoals de naam als zegt een marktplaats. De beroemde 
		  dichter Horatius klaagt over de miserabele toestanden aldaar. Hij 
		  foetert, dat ze vergeven is van dronken zeelieden en kwaadaardige 
		  kroegbazen. En de naam van de tweede pleisterplaats spreekt voor zich: 
		  tres tabernae: drie taveernen... 
		   
		  Waarom niet ... > In de belichting van het evangelie worden deze lage 
		  plaatsen uitverkoren om Paulus een koninklijke begroeting te laten 
		  toekomen. Waar men normaliter komt om bier en wijn te drinken is plots 
		  een oase waar te drinken valt van het water des levens om niet, waar 
		  je God kunt danken en moed kunt scheppen, omdat in de begroeting van 
		  mensen de hemel je begroet.
		   
		  Gemeente, ik meen, dat deze ironie niet maar een toevalligheid is 
		  (karaktertrek van Lukas) , maar iets onthult van de enorme kracht van 
		  het evangelie van Christus. 
		  Het laat ons zien hoe de vrijheid der kinderen Gods door geen wereldse 
		  macht kan worden geknot, hoe de Heer der wereld komt waar Hij wezen 
		  wil, wat de heren der wereld ook verzinnen om hem tegen te houden. 
		  De kwaadaardigheid der machthebbers, kan de gang van het Woord niet 
		  stuiten. 
		  God (psalm 2), die in de hemel zetelt.... lacht, als hij het gewoel en 
		  getier van de volkeren aanschouwt. En die spottende lach straalt ook 
		  over dit tafereel... Wat zich hoog acht, maar is niets... het kieze 
		  maar beter snel eieren voor z’n geld. Voor ie het weet, wordt hij 
		  ledig heengezonden...
		   
	Achter de humor staat dus een belijdenis... aangaande 
		  God en zijn uitverkoren Zoon, die koning van de omgekeerde wereld, 
		  waar ondergang opstanding en dood leven betekent..
		  De belijdenis, die de apostel Paulus ooit in een brief aan diezelfde 
		  gemeente van Rome, die hij toen nog nooit ontmoet had, onder woorden 
		  heeft gebracht (Rom 8):
		  31  Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God voor ons 
		  is, wie zal tegen ons zijn? (...) 35  Wie zal ons scheiden van de 
		  liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of 
		  honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? (...) in dit alles 
		  zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. 38  
		  Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch 
		  machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, 39  noch hoogte 
		  noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de 
		  liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here. 
		   
		  De zekerheid van dit geloof in de Heer, Jezus Christus, is zo sterk 
		  bij Paulus en bij de gemeente van Rome, dat zij de apostel Paulus die 
		  als een gevangene van de keizer naar Rome wordt opgestuurd om zijn 
		  proces te voltooien, dat zij deze – werelds gezien – verliezer 
		  ontvangen als een held, dat zij deze – werelds gezien – mislukkeling 
		  verwelkomen als was hij de keizer zelf.
		   
		  En ook in de rest van dit laatste hoofdstuk blijft diezelfde sfeer, 
		  dat rotsvaste vertrouwen, dat het Koninkrijk Gods reeds -zij het 
		  onzichtbaar - midden onder ons is (Lk 9:60) aanwezig en dat niets en 
		  niemand dat meer ongedaan kan maken.
		   
		  Nog één détail: Paulus krijgt toestemming om een huurwoning te 
		  betrekken, in afwachting van dat zijn zaak in hoger beroep bij de 
		  keizer voor zal komen en, zo vertelt Lukas (vers 30), in zijn woning 
		  ontvangt hij allen die naar hem toekomen.
		  Het woord, dat Lukas hier kiest voor 'ontvangen' is de plechtige 
		  variant van het gewone woord. Dat roept dus de gedachte op aan een 
		  officiële ontvangst, een 'audiëntie' a.h.w.: Paulus, de gevangene, 
		  houdt in de keizerlijke stad Rome, audiëntie voor al diegenen die hem 
		  willen spreken.
		   
		  En zo geschiedt het, dat het evangelie verkondigd wordt, beginnende 
		  van Jeruzalem tot aan de einden der aarden. Paulus is in het 
		  zenuwcentrum van het toenmalige wereldrijk aangekomen. 
		  En nog een laatste keer onderstreept Lukas het paradoxale van de 
		  situatie (vers 31): 
		  Paulus predikt het Koninkrijk Gods en geeft onderricht in de dingen, 
		  die betrekking hebben op de Here Jezus Christus... met alle 
		  vrijmoedigheid, zonder enige belemmering. In de grondtekst staat 
		  die dubbele bijwoordelijke bepaling echt helemaal aan het eind.....
	 
		  De laatste twee woorden van het boek ‘Handelingen der apostelen’ zijn 
		  dus: vrijmoedig, onbelemmerd. Noch Israël en zijn leiders, noch 
		  de volkeren en hun koningen, al was het de keizer zelf, zijn in staat 
		  gebleken de voortgang van het Woord te verhinderen. Ze hebben hun best 
		  gedaan. (=> Psalm 2) Heel Handelingen getuigt ervan, maar de 
		  goddelijke voorzienigheid heeft ook het 'kwade streven' van zijn 
		  tegenstanders omgebogen tot een middel om het evangelie de wereld in 
		  te krijgen. 
		  De naam Rome heeft nu meer met de Kerk van Christus dan met de keizers 
		  van toen te maken. Dat is de ironie in deze geschiedenis.
		   
		  Dan is, zeer abrupt, Handelingen afgelopen. Historisch gezien 
		  verdwijnt Paulus in de nevelen van de geschiedenis. Misschien is hij 
		  omgekomen tijdens de vervolgingen die in 64 na Christus plaats hebben 
		  gehad onder keizer Nero, de keizer die historische gezien degene was 
		  op wie Paulus zich had beroepen. Nero: u weetwel: Hij beschuldigde de 
		  Joden en de christenen ervan, dat zij Rome in brand zouden hebben 
		  gestoken, wat leidde tot de eerste georganiseerde pogrom tegen 
		  christenen. De Joden hadden er al vaker mee te maken gehad.
		   
		  Lukas, die zijn boek ongeveer een 10-tal jaar na de laatst vermelde 
		  feiten heeft geschreven, moet geweten hebben hoe het Paulus is 
		  afgelopen. Dat betekent dat hij de dood van Paulus bewust heeft 
		  weggelaten.
	
		  Ook zijn lezers zullen het wel geweten hebben. Zoiets vergeet je niet. 
		  Waarom dan dat niet opgeschreven?
		   
		  Literair procédé: Nu heeft het boek Handelingen der apostelen een 
		  'open einde'. En een open einde betekent voor de lezer een appèl. een 
		  blijvend appèl op de lezer toen, maar ook de lezer van nu om zelf het 
		  boek een vervolg te geven en zo af te maken.
		  Immers de profetie is nog niet vervuld: het woord van de Messias van 
		  Israel zou vanuit Israel vertrekken... en dan gaan tot de einden 
		  der aarde..
		   
		  Lukas heeft de weg van dat woord beschreven, de weg die God zelf heeft 
		  gebaand d.m.v. zijn dienstknechten... doorheen de weerbarstige wereld 
		  van het Romeinse rijk. Alle acteurs hebben hun rol vervuld, de een 
		  anders dan de ander, maar allemaal dienstbaar aan dat Woord. (VDM) 
		  Lukas 'schrijft ze ook één voor één weg uit zijn verhaal, als ze 
		  uitgewerkt zijn. 
		  Zo is in hoofdstuk 8 de evangelist Philippus na zijn gesprek met de 
		  kamerling uit Ethiopië uit diens en ons gezichtsveld verdwenen. Ook 
		  Petrus is na hoofdstuk 15 spoorloos. En nu verdwijnt aan het eind van 
		  Handelingen Paulus uit het gezichtsveld. 
	
	 
		  Het is als met een shot aan het einde van een film. We zien Paulus aan 
		  het werk, doende datgene wat hij al die jaren gedaan heeft, 
		  verkondigende het Koninschap van God en onderwijs gevend in de dingen 
		  met betrekking tot Jezus... En dat plaatje moet ons op het netvlies 
		  gebrand staan... Niet dat van een martelaar, op wiens graf je een kerk 
		  moet gaan bouwen neen, iedere gelovige is een levende... ook als hij 
		  gestorven is.. En dit is er een die het evangelie verkondigde.. 
		  vrijuit, onbelemmerd...
		   
		  Een open einde nodigt ons uit, roept ons op, om zelf het verhaal 
		  verder te vetellen, om zelf het vervolg te schrijven in onze dagen...:
		  vrijuit, vrijmoedig onbelemmerd, ookal word je a.h.w. van alle zijden 
		  ingesnoerd, want dit woord is niet te temmen.
		  Amen.
		   
		   
		  -           
		  aanvangslied: psalm 62, 1
		  -           stil 
		  gebed
		  -           votum & 
		  groet
	-           
		  psalm 62: 2
		  -           ....                    
		  -           genade: 
		  psalm 62: 4 en 5
		   Mt 6: 19vv : Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en 
		  roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel 
		  schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken 
		  geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart 
		  zijn. ... Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de 
		  tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de 
		  andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.
		  -           lied: 
		  psalm 62: 6 en 7
		   
		  WOORDDIENST
		   
		  -           lied: 
		  gezang 303:5
		  -           
		  geloofsbelijdenis 
		  -           Klein 
		  gloria
		  -           gebeden
		  -           
		  slotlied: gezang 293
	-           
		  heenzending en zegen
		  -           "amen.." 
		  (gezang 456:3)