Preek over ‘Pas op, schijn 
				bedriegt’ [Mt 7: 13-27]
				
				Genk, 25 mei 2008
				
				 
				
				Gemeente,
				
				De reis kan beginnen! Jezus 
				is weg, de geest der waarheid is uitgestort. Nu komt het er op aan 
				om in de geest van Jezus verder te gaan, onze levensweg voort 
				te zetten. En we doen dat zoals de christelijke gemeente dat altijd 
				al gedaan heeft, door de evangelieverhalen te horen en toe te passen. 
				Misschien dat het wel goed is om ons te realiseren, dat de originele
				context van de evangelieën de prediking van de apostelen 
				is. 
				
				Zij vertelden de verhalen, 
				zij leverden de woorden van de Heer over.... en natuurlijk niet 
				in de eerste plaats voor het ‘archief’... neen: als levenswoorden, 
				als richtingwijzende woorden voor het leven in de geest van
				Jezus, voor het gaan in het voetspoor van Jezus. Men 
				veronderstelt ook dat de aanleiding om de evangelieverhalen te 
				boek te stellen daarin gelegen was, dat de apostelen en andere ooggetuigen 
				die deze verhalen vertelden wegvielen, stierven. Tijd om ze vast 
				te leggen dus !
				
				Daarom is het helemaal niet 
				zo vreemd om na Pinksteren al weer uit het evangelie te gaan lezen, 
				zoals wij de komende zondagen gaan doen. Daar staat de voornaamste 
				preekstof in van de apostelen, dat is het bronboek van herinneringen 
				aan de Heer, wat hij gezegd, gedaan heeft.
				
				 
				
				En dan is de bergrede van 
				Jezus één van de voornaamste thematische verzamelingen van woorden
				van Jezus. Het hoofdthema van de bergrede is de ethiek.... 
				onze levenswijze. Zij ontspruit uit de bekommernis van Jezus over 
				onze samenleving, in de letterlijke zin: ons samen-leven, onze omgang 
				met elkaar. Dat wonderlijke proces van aantrekking en afstoting, 
				van positieve en negatieve beïnvloeding, van vooruithelpen en te 
				gronde richten. 
				
				En dan gaat het zowel over 
				de gevaren van.. het roddelen en oordelen over elkaar tot ... conflictbeheersing 
				en kwesties van sociale recchtvaardigheid en vrede. Wat wij gelezen 
				hebben is het slot van die lange toespraak over ‘onze manier van 
				in de wereld staan en hoe je er samen met elkaar kunt leven onder 
				Gods hemel’. Met de woorden over het fundament van het huis, de 
				boom en zijn vruchten, en de smalle en brede weg laat Jezus de zijnen 
				gaan...
				
				 
				
				Grote indruk heeft hij ermee 
				gemaakt, zegt Mattheus. Hij sprak als een ‘gezag-hebbende’, omdat 
				hij ook ècht wat te zeggen had !
				
				 
				
				Over deze tekst kun je veel 
				zeggen... Er is ook al oneindig veel over gezegd èn getekend:
				
				
				Wie kent niet de plaat van 
				de brede en de smalle weg. In menig zondagsschoollokaal of 
				catechisatieklas hingen ze, liefst in kleur. 
				
				 [meer over 
				deze prent op deze pagina]
				
				 
				
				De verlokkingen der wereld 
				worden op de brede weg afgebeeld: meteen vooraan de danszaal, en 
				rechts het koninklijk theater... Er lijkt van alles en nog wat te 
				doen en het is zeer ruim... maar pas op zegt de afbeelding... Deze 
				weg leidt naar het verderf, i.c. de hel. De smalle weg achter de 
				enge (=nauwe) poort ziet er daarentegen nogal saai uit: de kerk, 
				de zondagsschool en het diakonessenhuis...Veel leven is er verder 
				eigenlijk niet te bespeuren... en toch leidt deze weg naar de hemel...!
				
				
				 
				
				Ik vind dat niet aleen een 
				erg simpele voorstelling van zaken, een misleidende, alsof goed 
				en kwaad, zondaar en rechtvaardige zo spanningsloos te verdelen 
				zouden zijn...Er is toch maar één wereld en we moeten allen onze
				weg daardoorheen vinden… en dat kan gemakkelijk, maar ook moeilijk 
				zijn…
				
				Nog iets scherper: de weergaven 
				op die plaats is in elk geval niet de juiste exegese van ons schriftgedeelte. 
				Als je bijv. alleen al de context van de uitspraak over de twee 
				poorten en twee wegen er bijneemt, dan lijkt het mij niet dat Jezus 
				op de brede weg niet zozeer aan danszalen of cafés dacht, maar dat 
				hij daar allerlei kerken zag staan, waar ijverig gebeden werd:
				
				
				Here, Here 
				werd er geroepen, waar profeten en predikers
				worden er gesignaleerd en niet de minste... en zij doen nog 
				wonderen ook. Zij suggereren op de smalle weg te zijn, maar 
				bevinden zich op de brede...
				
				Het verrassende van het evangelie 
				is immers dat de bordjes nogal eens verwisseld worden: hoeren, tollenaars 
				en zondaars gaan bijbelgeleerden en dominees voor in het koninkrijk 
				der hemelen.
				
				 
				
				Tijd om terzake te komen.
				
				Als het dan geen zedekundige 
				les is, wat wil dit Schriftgedeelte ons dan wel zeggen ?
				
				Als ik het goed begrijp wil 
				Jezus aan het eind van de bergrede nog eens waarschuwen voor 
				gezichtsbedrog en gehoorsmisleiding... 
				
				De 4 vergelijkingen die in 
				dit schriftgedeelte voorkomen hebben gemeenschappelijk dat ze er 
				van uitgaan, dat je moet oppassen om op grond van een oppervlakkige 
				kennismaking of uiterlijk vertoon conclusies te trekken over 
				hoe het nu werkelijk zit of is.. Schijn bedriegt,.
				
				 
				
				Ik loop de vergelijkingen 
				even met u langs.
				
				Eerst is er de vergelijking 
				van de 2 wegen, met de bijpassende poorten. De ene weg leidt naar 
				het verderf, de ondergang,, letterlijk de vernietiging.. dus tot 
				niets en de andere weg leidt ‘ten leven’... Verkijk je echter niet, 
				zegt Jezus: Een brede, aanlokkelijke snelweg waar alles soepel en 
				vlotjes lijkt te verlopen is nog geen garantie dat je behouden aankomt. 
				Integendeel: schijn bedriegt: de vlotte weg voert misschien 
				wel tot ‘niets’ en de weg vol engten en benauwenissen kon 
				wel eens de levensweg bij uitstek blijken te zijn...
				
				 
				
				Ik denk niet dat het vergezocht 
				is om hier Jezus’ eigen leven als voorbeeld bij te zetten: Momenten 
				van pijn, benauwdheid.... ja zelfs opoffering, zelfovergave en sterven 
				kunnen momenten zijn op de weg die leidt naar het leven, de opstanding.
				
				
				Een vlotte soepele weg, zonder 
				weerstand, ja waarbij de weerstanden zelfs bewust uit de weg worden 
				gegaan kon daarentegen wel eens een geplaveide glijbaan naar de 
				ondergang zijn.
				
				Alleen al zo bezien, dus zonder 
				dat nog in te vullen, is dat al een levensles... Durf ook eens de 
				moeilijke weg te gaan, kies niet altijd voor de gemakkelijke oplossingen. 
				Tegen de stroom in, niet altijd met de stroom mee...
				
				 
				
				Dan volgt meteen de volgende 
				vergelijking. Pas op zegt de goede herder tot zijn klein 
				kuddeke: ‘pas op.... niet alles wat zich schaap noemt is schaap’. 
				Wees niet zo naïef, schaapachtig dom... Nooit gehoord van een wolf 
				in schaapskleren ! vos die de passie preekt. Trouwens: schapen trekken 
				wolven aan en wolven zijn slimmer dan je denkt. Kijk dus verder 
				dan je neus lang is, kijk door de buitenkant heen. Zie je een schapenvacht, 
				geloof niet meteen dat het altijd een schaap is. Kijk er doorheen, 
				erachter: er kan een wolf onder schuil gaan.
				
				 
				
				Jezus denkt dan – blijkens 
				het vervolg – vooral aan valse profeten, d.w.z.: predikanten, verkondigers 
				van het woord van God: ze kunnen met zalvende woorden tot u komen, 
				misschien voelt u zich wel heel wel bij onder hun gehoor, maar is 
				het Gods Woord, dat ze brengen, of willen ze wat anders: macht, 
				eer, bewondering, invloed... en dan verscheuren ze u en eten 
				ze u op..
				
				Amerikaanse televisiedominees, 
				gebedsgenezers. Anderen. Je wordt misleid waar je bij staat…  juist 
				op onze goede bedoelingen en schuldgevoelens zijn we manipuleerbaar, 
				kwetsbaar... Pas op. . Laten we niet blind zijn, laten we kritisch 
				blijven, vooral naar mensen toe die zich als leiders gedragen of 
				die een heils-boodschap zeggen te hebben...
				
				 
				
				En dan volgt meteen de 3de 
				vergelijking: Een vruchtboom kan er fantastisch uitzien, 
				volop uitbottend in de lente, een weelderig bladerdak in de zomer, 
				maar – heel nuchter – in de herfst moet ze natuurlijk wel vruchten 
				dragen.. 
				
				Aan de vruchten kent men de 
				boom... een goede boom brengt goede vruchten voort... 
				
				
				Het gaat niet om de soort, 
				ook niet om de hoeveelheid, maar om de kwaliteit: goede vruchten 
				moeten het zijn...
				
				 
				
				Nu: hoe onderscheid je goede 
				van slechte bomen ? Dan komt het scherpst ontmaskerende woord van 
				de Heer: Niet aan de woorden: niet iedereen die ‘here, here’ 
				zegt.. zit goed. Neen: het doen van de wil van de Vader in de 
				hemelen, daar gaat het om.
				
				En het gaat ook niet om spectaculaire 
				daden dan: niet iedereen die boze geesten verdrijft.. Ja
				zelfs iemand die wonderen doet in de naam de Heer... kan 
				er helemaal naast zitten. Het kan, terugredenerend: een wolf in 
				schaapskleren zijn, het kan een valse profeet zijn, het kan een 
				kerkstichter zijn langs de brede weg... 
				
				 
				
				Een messscherp criterium is 
				er: het doen van de wil van mijn Vader die in de hemelen is..
				
				Als ze die wil niet 
				doen... dan kunnen ze nog zoveel in de naam van Jezus zeggen of 
				zelfs doen, Christus kent hen niet. Zij zijn werkers der wetteloosheid...:
				
				Ze saboteren de torah.. Die 
				mensen, zegt Jezus, die zet God eruit. Hun leven laat hij op 
				niets uitlopen. Als je immers al levend zo verschrikkelijk je 
				best doet om er buiten te blijven, dan moet dat ook maar. God neemt 
				zijn schepselen serieus. 
				
				Het doet er m.a.w. wel degelijk 
				toe hoe wij leven, wat wij doen...
				
				 
				
				Het is zelfs – laatste vergelijking 
				– het fundament onder je levenshuis… 
				
				
				Iemand, die tot Jezus 
				komt en de woorden van Jezus hoort en ze doet, d.w.z. er 
				gevolg aan geeft, ze gestalte geeft in zijn leven, in zijn woorden 
				en daden, die is bezig zijn levenshuis op een goed en degelijk fundament 
				te bouwen. Iemand, die al die woorden wel hoort, die misschien zelfs 
				wel hard ‘Here, here’, roept... maar die ze niet doet, dw.z. 
				ze niet laat doordringen in zijn bestaan, veranderend en vernieuwend, 
				die bouwt op zand en het is wel zeker dat zijn levenshuis niet zal 
				blijven staan in de storm van de tijd..
				
				 
				
				
				De vraag die nu dus 
				cruciaal is geworden is dan: Wat betekent dat ‘de woorden van Jezus 
				doen’ nu precies... Welke woorden zijn dat ? En: wat zeggen die 
				woorden van Jezus dan precies, waar grijpen zij in op ons bestaan, 
				waar beïnvloeden zij dan onze daden, waar richten ze ons leven...
				
				 
				
				
				Welnu. Daarover hoeven 
				wij niet in het duister te tasten. Jezus’ woorden zijn duidelijk. 
				De bergrede stond er vol mee... het was een radicaal doortrekken 
				van de lijnen uitgezet door de wet en de profeten: Hebt God 
				lief boven alles en uw naaste als aan uzelf gelijk. Vlak voor onze lezing 
				werden deze geboden samengevat in één handige richtlijn:
				
				
				Alles nu wat gij 
				wilt, dat u de mensen doen... doet gij hun ook aldus...
				Dit is de wet en de profeten; 
				
				 
				
				
				
				Duidelijker kan niet.
				Handel je volgens deze richtlijn, dan doe 
				je de wil van de hemelse Vader, dan breng je goede vruchten voort, 
				dan... ik kom tot mijn conclusie dan wandel je op de smalle weg 
				die leidt ten leven...Men noemt 
				deze samenvatting wel eens de gulden regel... de regel waaruit 
				je alle andere regels kunt afleiden en ook meten. Lap je deze regel 
				aan je laars, dan ben je hard op weg een werker der wetteloosheid 
				te worden, dan zullen de goede vruchten verdwijnen, dan wandel je 
				op de brede weg, die leidt naar het verderf. .. voor jezelf en voor 
				de samen-leving in klein en groot verband.
				
				 
				
				
				Als verbodsbord
				staat langs bij de poort: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, 
				doe dat ook een ander niet..
				
				Als gebodsbord
				staat langs de smalle weg: Alles nu wat gij wilt, dat u de 
				mensen doen... doet gij hun ook aldus...
				
				 
				
				
				Gemeente, dat is 
				het beeld aan het slot van de bergrede. Dat is het criterium om 
				echt van onecht te onderscheiden. Een wolf in schaapskleren valt 
				zo door de mand, een valse profeet wordt zo ontmaskerd. Een soepel 
				lopend, misschien zelfs wel glansrijk leven op de brede weg wordt 
				zo doorgeprikt als leven leidend tot het niets, tot niets... 
				een leeg leven, een ijdel bestaan... het gaat verloren, en omgekeerd:
				Een soms moeilijk 
				en hard bestaan, vol weerstanden en zelfs vol benauwdheid, maar 
				geleefd onder de gulden regel, gebouwd op de rost van Jezus’wooden 
				is een rijk bestaan zijn, gevuld met zin en doel en heerlijk, je 
				enkel een leven dat zo geleefd wordt mag waarlijk leven heten.
				
				
				 
				
				
				Amen.
 
				
				
				                                                                      
				liturgie
				
				
				 
				
				
				-           
				aanvangslied: psalm 119: 1 en 3
				
				
				-           
				stil gebed
				
				
				-           
				votum & groet
				
				
				-           
				lied: psalm 119: 5
				
				
				 
				
				
				-           
				gebed om ontferming 
				
				
				-           
				lied: psalm 119: 13
				
				
				-           
				woord ten leven: [samenvatting van de wet] o.a Mt 7:12
				
				
				-           
				lied: psalm 119: 14
				
				
				 
				
				
				-           
				gebed bij de opening van het Woord
				
				
				-           
				Schriftlezing: Mattheus: 7: [12]13 - 29
				
				
				-           
				lied: gezagn 328: 1 en 2
				
				
				-           
				kinderen naar de nevendienst
				
				
				-           
				preek
				
				
				-           
				geloofsbelijdenis (mel gez 293)
				
				
				-           
				tekst
				
				
				-           
				gebeden
				
				
				-           
				collecten
				
				
				-           
				slotlied: gezang 481: 1 en 2
				
				
				 
				
				Toen rabbi Zoesja, een chassidische 
				rabbi van de 3de generatie, leerling van de grote Maggied 
				van Mezzeritch, de zachtmoedige broer van de strenge en beroemde 
				rabbi Elimelech zich begon te realiseren dat hij niet lang meer 
				te leven had, zei hij tot zijn leerlingen: Als ik straks voor het 
				hemelse gerecht zal verschijnen, dan zal men mij niet vragen, of 
				ik Abraham, Jacob of Mozes was.. men zal mij vragen of ik Zoesja 
				was. Iedereen heeft de opdracht om zijn eigen program waar te maken, 
				niet dat van een ander.