| 
			
			  
			
			
			
 
			
			
			PAASPREEK 2008: De hovenier 
				
			Johanneskerk te 
				Genk 
			  
			
				Als je – zoals de meesten van ons – in de christelijke traditie 
				bent grootgebracht, ken je al snel de belangrijkste bijbelse 
				verhalen. Dat is een voorrecht, denk ik. Een vorm van 
				geestelijke bagage... 
   
			
				Maar veel belangrijker is dat we die verhalen gehoord hebben, 
				terwijl we ons eigen levensverhaal aan het ontwikkelen 
				waren... 
   
			
				Daardoor zijn die bijbelse verhalen vervlochten geraakt met ons 
				eigen levensverhaal, onderdeel geworden van... 
   
			  
			
				Ik overdrijf even: Verhalen die dat niet op de een of andere 
				manier zijn, die vergeten we. 
   
			
				Waarom zou je gebeurtenissen, die de onze niet zijn, 
				onthouden... behalve voor school natuurlijk. Ze gaan toch over 
				mensen, die wij niet zijn. 
			
				Als je bijbelse verhalen historisch 
				leest, blijven ze je vreemd, houd je ze ver van je... 
			
				En dat is niet de bedoeling. 
   
			
				Ze zijn ons gegeven om onze levenservaringen te kunnen 
				interpreteren. 
   
			  
			U 
				kent de Joodse traditie rond Pasen. 
   
			
				Het uittocht- en doortochtverhaal van Israël wordt daar tijdens 
				de Sedermaaltijd gelezen, maar dan zo.... dat het duidelijk is 
				dat het niet maar een historisch verhaal is over Mozes en een 
				groep mensen lang geleden (= niet-ik), neen de Haggada van de 
				Seder verwoordt het heel precies:In iedere generatie moet 
				ieder zichzelf beschouwen als zelf uit Egypte te zijn getrokken. 
				Zo ‘gedenk je Gods grote daden’, zo ‘vier je Pesach’... zo vier 
				je Pasen. 
			  
			
				Ik kersten: iedere generatie moet zichzelf altijd weer opnieuw 
				beschouwen als betrokken bij Christus' sterven en op Paasmorgen 
				getuige worden van zijn opstanding 
   
			  
			
				Hoe het Paasverhaal dat wij vanmorgen gelezen hebben en ons 
				levensverhaal 
				ineengeschoven kunnen worden (im-pliciet, in- gevouwen in) 
				wordt prachtig geïllustreerd in een gedicht van Ida Gerhardt, 
				dat achterop de liturgie staat afgedrukt. 
				  
			
			
				Ida Gerhardt vertelt hier een jeugdherinnering over hoe een 
				schilderij van Rembrandt, een bijbelverhaal en haar eigen 
				levensverhaal tot één geheel zijn samengesmolten en hoe 
				dat geheel haar tot troost is nu ze oud geworden is.. Het 
				gedicht heet: Christus als hovenier, 
			
				daaronder staat de bijbeltekst van vandaag: zij dacht dat het 
				de hovenier was Joh 20:15 
			  
			
				  
			  
			
				Eén Rembrandt kende als kind ik goed: 
			
				de Christus met de grote hoed 
			
				wandelend in de ochtendstond. 
			
				En, naar erbij geschreven stond: 
			
				Hij was de hovenier. 
			  
			
				En nòg laat ik mijn tranen gaan 
			
				als in de gaarde ik Hem zie staan, 
			
				en - wat terzijde - in stille schrik 
			
				die éne, zij die dacht als ik: 
			
				Het was de hovenier. 
			  
			
				Het Paasverhaal dat wij vanmorgen gelezen hebben is Ida’s leven 
				binnengekomen samen met dat schilderij van Rembrandt, waarin de 
				opgestane Christus met een grote hoed als tuinman is afgebeeld. 
				Daarmee vervlochten is het onderdeel geworden van haar 
				eigen levensverhaal. 
   
			
				Zij is de ervaring die het zien van dat schilderij opriep nooit 
				vergeten. Ze herinnert het zich nog precies.. het gevoel dat dat 
				opriep. Ze kent die Rembrandt heel goed... wrsch. nog 
				eerder het schilderij dan de schets (Christus die wandelt, 
				Maria wat terzij. Dit niet op de schets, wel op t 
				schilderij). 
			  
			
				In dat verhaal is zijzelf aanwezig. Zij is als Maria in dat 
				verhaal. Dat hoor je duidelijk in de tweede strofe... zij die 
				dacht als ik.... Het was de hovenier. 
   
			
				Maar nu komt het. Nu kan ze - groot geworden - natuurlijk 
				zeggen: Ach dat was fout... (Toen was ik een kind, dacht 
				ik als een kind en nu heb ik afgelegd wat kinderlijk is (1Kor 
				13)). Natuurlijk. Je weet nu beter. Maria vergiste zich. En de 
				kleine Ida ook. 
   
			
				En Rembrandt: Wat naïef om Jezus met ‘schop, hark of hak’ 
				op z’n schouder af te beelden en dan met een strooien hoed en 
				snoeimes in de gordel. 
   
			
				Wat dom eigenlijk… En dan overgaan tot de orde van de dag.. 
			
				Maar: Rembrandt dom ?  Als geen ander kende hij de bijbel. En 
				hij wist wat hij deed. Hij liet Maria's fout staan, en heeft er 
				zelfs een schilderij van gemaakt. 
			  
			
				Waarom eigenlijk ... Om Maria’s misverstand te visualiseren. Zou 
				kunnen. Maar hij is niet de enige die het doet. Nee. Een hele 
				traditie: Jezus de opgestane als “hovenier”. Middeleeuwse 
				traditie (“hortulanus”). 
			  
			
			
   
			  
			
  		  Fra Angelico.. (een prachtige schilder... engelachtige 
			fresco’s... maar ook een geleerde, een geschoolde dominicaan 
			(Predikheren)... Kijk goed daar achter die aureool. 
			
				Van Oostzaan, 
				Correggio, Spranger, Bronzino.., ... Rembrandt 
			(Ida Gerhardt):
			
			https://dick.wursten.be/hovenier.htm
			  
   
			  
			
				Zij allemaal hebben de ‘de fout’ laten staan. Voor hen was 
				Maria's vergissing ten diepste geen vergissing, maar een 
				openbaring van een andere stand van zaken... een geheime 
				boodschap, een mystieke verkondiging... 
			  
			
				Jezus als Hovenier. 
			
				De tuin rond het graf op de Paasmorgen, de hof van Jozef van 
				Arimatea..  ziet u het niet: Het is de hof van Eden ...  Neen? 
				Ziet u het niet ? Kijk dan goed, Wie wandelt daar in die hof... 
				alsof hij er thuis is... Adam natuurlijk, de nieuwe Mens. 
				Hij - veel beter dan de eerste Adam – behoedt en bewerkt... de 
				hof. En de engel dan, die met een brandend zwaard de ingang van 
				het Paradijs moest bewaken...., ach..die is al lang weg, of 
				beter: die heeft zich op de steen gezet voor het graf en 
				verwelkomt de nieuwe tijd... 
			
				  
			
				En als Maria, met haar ogen verblind door het lijden van de 
				tegenwoordige tijd, Jezus ziet en het maar niet zien wil… dan 
				roept hij haar in het aanzijn door haar te noemen bij haar naam: 
				Maria...  
			
				En als Maria dit hoort, dan wordt zij herschapen en stapt als 
				Alice through the looking glass en wandelt Wonderland 
				binnen, samen met haar Heer... 
			  
			
				Morning has broken, like the first morning  
			
				Blackbird has spoken, like the first day. 
			  
			
				Maar dan moet ze terug: terug naar de gewone hof. De betovering 
				is weg.  
			
				Ze moet het gaan verkondigen, wat ze gezien, gevoeld, ervaren, 
				heeft.... even: Jezus lééft.  
			
				En deze aarde, waar wij leven, met Hem erbij... kan het een 
				paradijs worden, een goede gaarde, soms even, een hof van 
				Eden... als je er wandelt met de nieuwe mens. 
			  
			
				Maria’s vergissing is verkondiging… 
			
				Hij was natuurlijk de hovenier niet..... Nee: Hij is de 
				hovenier. 
   
			
				Ida Gerhardt mag het namens hen allen zeggen: laatste couplet. 
			  
			   O 
				kinderdroom van groen en goud -géén die ontnam wat ik behoud.
 
			   
				De laatste hoven naderen schieren 
   
			   
				ijler wordt de ochtend hier.
 Hij is de hovenier.
 
			  
			
				Hij behoedt, bewaart en bewerkt de nieuwe schepping. 
   
			
				Hij nodigt ons uit met hem te komen wandelen in deze hof... 
				een tuin die nog bloeit, ook rond het open graf . 
			
				Amen. 
				  
			  
  
			-- 
			
				zingen: gezang 479 
			
			--  
			
				Maria in de hof van Eden / Monoloog. 
			
				(geïnspireerd op het gedicht van Michel van der Plas: Maria 
				Magdalena op de Paasmorgen met een knipoog naar Ida Gerhardt aan 
				het slot.... ) 
			  
			  
			
				Toen al de anderen waren heengegaan, 
			
				de vrouwen, die eerst bij mij waren. 
			
				de mannen die later zijn gekomen 
			- 
				ik zag ze nog redetwisten en gebaren 
			
				Petrus... en Johannes  - , 
   
			
				werd het stil, stiller dan ooit in de hof. 
			  
			
				En ik besefte opeens, dat ik alleen was, 
			
				alleen ... met mijzelf. 
			  
			
				Ik wist mijn leven weer weerloos open 
			
				voor de demonen van weleer 
			
				Zeven had hij eruitgedreven 
			
				zeven maal zeventig keerden ze weer.. 
			  
			
				Pas toen hij stierf werd ik mij bewust 
			
				hoezeer hij mijn zekerheid was, mijn rust 
			  
			
				Ik kan niet weg... 
			
				Nog liever bij hem in de dood 
			
				dan zonder hem in dit leven 
			
				aan mijzelve prijsgegeven.. 
			  
			
				Zo stond ik bij het graf, 
   
			
				ik kon niet weg.... 
			
				geboeid door Hem, 
   
			
				gebonden aan zijn dood... 
			  
			
				Zelfs de hof, 
   
			
				een spooktuin leek het, 
   
			
				vals 
   
			
				zoals ze uitbrak in nieuw leven. 
			  
			
				ik keerde mij om, 
   
			
				veegde met een mouw mijn tranen weg 
			
				toen ik de tuinman zag. 
			  
			
				Hij stond er, gerust en groot 
			
				en toen hij naar mij keek 
			
				was het alsof ik niet meer alleen 
   
			
				en het graf achter mijn rug 
   
			
				niet meer zo hol en ledig was .. 
			
				   
			
				"Maria" 
			
				zei hij... 
			  
			
				Ja ik weet het, 
   
			
				ik heb het al zo vaak verteld 
			
				maar steeds moet ik het herhalen 
			
				wel duizend malen... 
			
				hoe – toen hij mij noemde 
			
				bij mijn naam – 
			
				niet hij, maar ik ben opgestaan, 
   
			  
			
				verrezen, herboren 
			  
			
				Ik vloog hem om de hals 
			
				kuste hem vol vreugde 
			
				en wilde hem nimmer 
   
			
				nooit meer, never 
			
				laten gaan.. 
			
				"Rabboeni..." 
			
				mijn meester... 
			  
			
				En het was alsof de bloemen 
   
			
				pas bloemen werden 
			
				en de bomen groen. 
			
				toen, 
   
			
				toen hij mij aankeek 
			
				mij riep bij mijn naam 
			
				en mij op weg stuurde 
			het leven in... 
			  
			
				Morning has broken, like the first morning. 
			
				Blackbird has spoken, like the first day.. 
			
				  
			
				Die morgen was mijn Genesis 
			
				De graftuin was mijn hof van Eden 
			
				Daar wandelde ik met mijn Heer 
   
			
				Daar riep God mij bij mijn naam. 
			  
			
				Daar ben ik begonnen 
   
			
				voorzichtig begonnen 
			
				nu eindelijk ook zelf te bestaan... 
			  
			
				Werkelijk ik heb mij niet vergist... 
			
				Hij ís de hovenier. 
			  
			
			  |