Preek over Esther 5 en 
				6 (Genk, 18-2-2007) 
				
met dank voor het 
				eerste gedeelte aan Adri Terlouw
				
				 
				
				‘Haman’ vraagt koning Ahasveros 
				in Esther 6 aan Haman , ‘Haman, wat moet ik doen met de man die 
				ik eer wil bewijzen?’
				
				Haman, weet op dat moment 
				nog van niks. Wij lezers wel.
				
				Wij hebben net gehoord 
				dat de koning alsnog Mordechai wil belonen voor het voorkomen van 
				de aanslag uit Esther 2.Maar Haman weet nog van niks en denkt: wie 
				zou de koning anders kunnen willen belonen dan mij. En zo geven 
				de vertellers ons volop de gelegenheid ons over hem te verkneukelen.
				
				‘Er zou een koninklijk 
				gewaad gehaald moeten worden’, fantaseert Haman, ‘dat de koning 
				zelf heeft gedragen. En een koninklijk paard waarop hij zelf heeft 
				gereden en dat een koninklijke kroon op het hoofd heeft. Eén van 
				de edelen zou dat paard moeten leiden en roepen: Dit valt een ieder 
				ten deel die de koning eer wil bewijzen’.
				
				En dan komt de klapper:
				
				Daarop zei de koning:  
				‘Haal het kleed en het paard en handel op de voorgestelde manier 
				met Mordechai, de Jood’.
				
				En wij lezers – we kunnen 
				Haman lekker uitlachen.
				
				Geen beter vermaak dan 
				leedvermaak.
				
				 
				
				Trouwens, de Joodse traditie 
				weet nog meer te vertellen
				
				bijv…  dat de dochter 
				van Haman op het dak stond te kijken met in haar hand de bedpan 
				van de afgelopen nacht. En toen ze de optocht aan zag komen, gooide 
				ze de inhoud leeg over het hoofd van degene die voor het paard liep, 
				in de veronderstelling dat dát Mordechai wel zou zijn.. . Toen Haman 
				zijn besmeurde hoofd ophief, om te zien, wie het was die dit over 
				zijn hoofd gegooid had, zag de dochter van Haman welke fout zij 
				had gemaakt en viel ze van schrik van het dak af.
 
				
				Geen beter vermaak dan 
				leedvermaak..
				
				Mag dat eigenlijk wel ? 
				Is dat niet een beetje … heel erg fout ?
				
				 
				
				Pas op… Dit is wel de eeuwenlang 
				vervolgde, die eindelijk eens een keer kan lachen om zijn altijd 
				superieure vervolger.
				
				En nog iets: dit verhaal, 
				Esther, hoort bij Poerim. Een soort carnaval.
				
				Mensen verkleden zich. 
				Niet alleen als Mordechai en Esther, maar ook als Haman.
				
				en als Ahasveros… die decadente 
				koning… en als de vrouw van Haman en als z'n zus..
				
				En als de rebbe..
				
				
				 
				
				En aan het eind van het 
				feest, zegt de Talmud, moet je zo dronken zijn, dat je het verschil 
				niet meer weet tussen ‘Vervloekt zij Haman’, en ‘Gezegend zij Mordechai’.
				
				 
				
				Jaja, Een religieus feest, 
				net als carnaval van oorsprong is..
				
				Het boekje Esther is de 
				liturgische tekst, verschaft het rituele gebaar… de choreografie 
				van het spel.
				
				 
				
				Wij, protestanten, en zeker 
				calvinisten gaan het leven met ernst te lijf. Daarin past geen toestand 
				zoals dronkenschap, daarin wordt niet gespeeld, Daar is zelfs nauwelijks 
				nog liturgie, laat staan eentje waarin je plezier beleeft aan de 
				ondergang van je vijand. 
				
				Dat mag niet. 
				
				
				 
				
				Maar… Er is - helaas – 
				laten we ens even echt ernstig zijn… leed en onrecht zo groot, dat 
				je het alleen lachend de baas kunt. Alleen zo krijg je wat lucht. 
				Wil je er niet aan onder doorgaan..
				
				 
				
				En er zijn krachten en 
				instincten in de mens, die je er alleen maar onder kunt houden, 
				als je ze verwerkt in een spel..
				
				 
				
				Even terzijde, maar toch 
				niet zo veel: Op 11 januari jongstleden ging in Duitsland de film 
				"Mein-Führer – Die Wirklich Wahrste Wahrheit Über Adolf Hitler“ 
				van de Joods-Zwitserse cineast Dani Levy in première.  Levy 
				portretteert Hitler daarin als een bedplassende drugsverslaafde 
				neuroot, die wanhopig op zoek is naar een beetje vaderliefde, 
				die hij in zijn jeugd heeft moeten missen…. 
				
				De Centrale Raad van de 
				Joden in Duitsland kon er niet om lachen. Begrijpelijk, gezien wat 
				er nog niet zo lang geleden onder aanvoering van deze man in Duitsland 
				is gebeurd.
				
				Maar Levy vond het hoog 
				tijd worden dat ook Joden om / met / Hitler zouden gaan lachen… 
				Tenminste, zo verdedigde hij zijn film: Pas als je om je vijand 
				kunt lachen, heb je hem overwonnen. Het is bedoeld als een verlossende 
				lach die je boven de rol van slachtoffer uit tilt. Want als je slachtoffer 
				blijft, blijft je vijand aan de winnende hand..
				
				Dus: Wat een slachtoffer 
				nodig heeft… is dat hij meer wordt dan alleen maar slachtoffer.
				
				 
				
				Humor en feesten als 
				carnaval en poerim - ze creëren de mogelijkheid om onze 
				woede, onze frustratie, onze teleurstelling en onze pijn weg te 
				lachen… toch voor even, zodat ze ons in het werkelijke leven niet 
				meer zo dwars zitten. 
				
				Je moet er toch ergens 
				mee heen.
				
				Je kan wel zeggen : het 
				mag niet.
				
				Maar daarmee zijn je woede, 
				je frustratie, je machteloosheid en je wanhoop nog niet weg.
				
				En dus kan je er zeker 
				van zijn dat ze vroeg of laat op een heel naargeestige manier door 
				de kieren van onze ernst weer naar buiten sijpelen…
				
				Maar dan op een veel pijnlijkere 
				manier..
				
				
Dan leef je misschien 
				heel sober en netjes, maar het zit vol afgunst en rancune… zuur, 
				verzuurd. Je hebt dat zelf misschien niet eens in de gaten, maar 
				anderen merken en voelen het des te meer.
				
				Nee, dan kun maar beter 
				elkaar een keer per jaar een verhaal vertellen waarin al die negatieve 
				gevoelens benoemd en uitgespeeld worden en zelfs naar buiten mogen 
				komen…
				
				 
				
				Ook het leedvermaak om 
				degene die je onrechtvaardig behandeld heeft. Net goed!
				
				 
				
				Als dat er niet uit kan, 
				zullen we het ook niet de baas worden.
				
				Om het los te kunnen laten, 
				moet het niet ontkend, maar benoemd worden.
				
				Om ervan verlost te worden, 
				moet je zonder complexen kunnen vieren. 
				
				De liturgie van het Poerimfeest 
				biedt precies die kans.
				
				Ik zei het al en het is 
				nog waar ook :  het is met liturgische aanwijzingen 
				dat het boekje Esther eindigt.
				
				 
				
				Is dat misschien niet een 
				vergeten functie van de liturgie ? Het kanaliseren van gevaarlijke 
				gevoelens, zodat ze geen maatschappelijke schade aanbrengen.
				
				Carnaval: het feest van 
				alles andersom: Het is door de christelijke kerk als een bestaande 
				rite aangetroffen en waarschijnlijk schoorvoetend, met tegenzin 
				overgenomen. t Was toch niet uitroeibaar. Maar het heeft toch ook 
				zoiets van: Beter één keer per jaar je eigen schaduw zijn, dan een 
				heel jaar worstelen met je schaduw en niet toekomen aan het gewone 
				leven.
				
				Beter een keer per jaar 
				alles op z'n kop zetten, de hele alle maatschappelijke rangen en 
				standen verwarren, om datn de rest van het jaar er mee te kunnen 
				leven dat het zo is.
				
				 
				
				De vraag is dus  : 
				wat doe je ermee als je vol woede, frustratie en machteloosheid 
				zit. Zo erg, dat bij wijze van spreken de stoom uit je oren komt 
				?
				
				 
				
				 ‘Ze moesten ze ophangen 
				aan de hoogste boom, de zee injagen', hoor je mensen dan soms zeggen.
				
				‘Dat mag niet’, zeggen 
				wij, ‘we moeten vergeven’.
				
				 
				
				Maar de vertellers van 
				het boek Esther laten Haman aan het eind van het verhaal onbekommerd 
				bungelen aan de galg die hij voor Mordechai had opgericht, met z'n 
				10 zonen erbij. . Net goed.
				
				 
				
				Maar het is een verhaal, 
				een spel… Het is de liturgie van Poerim. Gestileerd leven, een rite..
				
				 
				
				Zo kun je tenminste ergens 
				heen met de vernedering je aangedaan. 
				
				Zeg dus niet het is "maar 
				een verhaal", "maar" een spel. 
				
				Nee, de kracht van zo'n 
				verhaal is juist dat het de werkelijkheid toch beinvloedt. Door 
				dit verhaal te vertellen komt er misschien ruimte om in het werkelijke 
				leven dan ook verder te gaan.. 
				
				Door de liturige van Poerim 
				ernstig te spelen…. krijgt misschien ook de vergeving een kans..
				
				De bitterheid, de pijn 
				is er dan uit, want spelenderwijs verwerkt in het verhaal. Dat kent 
				u toch: Iemand de hand reiken is toch pas echt mogelijk nadat
				recht is gedaan…liefst hersteld, al was het maar symbolisch..
				
				 
				
				Kunt u zich voorstellen 
				hoe ernstig dat is, zo spelen.
				
				Stelt u zich de shoah-overlevenden 
				voor, die in 1946 voor het eerst weer Poerim zijn gaan vieren. Zie 
				u de tranen over de wangen lopen, als de ratels in de synagoge ratelen.
				
				 
				
				 Het wordt vaak gezegd, 
				maar weinig echt begrepen: Genade en gein komen van hetzelfde Joodse 
				woord… Het zijn de Joden zelf, die noodgedwongen de genade 
				in de vorm van gein hebben gegoten. Beroemd om hun humor, die ontworsteld 
				is aan hun diepe pijn. 
				
				Hun lach is zo aanstekelijk, 
				omdat ze uit tranen is ontstaan.
				
				 
				
				Humor is lachen. Om je 
				vervolgers, om je eigen onmacht en frustratie. Een bevrijdende, 
				ontspannende lach. Een nieuwe weerbaarheid wordt gevonden, een nieuwe 
				levenslust aangeboord.. En als je iets nodig hebt om te kunnen leven 
				en tenslotte ook te kunnen vergeven dan is het dat: weerbaarheid, 
				levenslust.
				
				 
				
				Lachen verandert de horizon 
				van je leven. Je krijgt weer lucht. 
				
				Iets van de omkering van 
				het verhaal en het feest stroomt je eigen leven binnen.
				
				Je richt je weer op. Je 
				kunt er weer tegen. De frustratie en de machteloosheid voorbij.
				
				 
				
				Durf de gek te steken, 
				allereerst met de gewichtigheid die je jezelf toedicht.
				
				Maar ook met degenen die 
				je pesten en je treiteren, En tenslotte zelfs met je eigen woede 
				en frustratie. Het maakt de diepe levensstroom sterker. Daarom dat 
				genade en gein hetzelfde zijn. Amen.