preek over Exodus 2: 11-22
				
				Genk, 17 februari 2008
				 
				
				Mozes' eerste "versterving 
				en wedergeboorte"
				
				Of: hoe je door macht 
				gezag verspelen kunt...
				
				 
				
				vooraf
				
				In het boek Handelingen 
				is een redevoering van Stefanus opgenomen (Hd 7), die terugblikt 
				op de bijbelse geschiedenis. Als hij over Mozes te spreken komt, 
				dan verdeelt hij – geheel in de rabbijnse traditie – het leven van 
				Mozes in drie tijdperken elk van 40 jaar. 
				(Israel: 40 jaar - Jezus: 
				40 dagen in de woestijn - de kerk: 40 dagen vasten.)
				
				 
				
				
				
				De beschrijving 
				van Mozes’ leven in 3 periodes van 40 jaar is een manier om aan 
				te duiden dat in Mozes leven er 3 grote perioden te onderscheiden 
				zijn, die zo verschillend zijn, dat je bijna zou gaan spreken van
				3 levens. En daar zit wel wat in: 
				 
				
				Mozes als Egyptische 
				prins, 
				
				Mozes als Midianitische 
				herder en huiselijke man 
				
				Mozes als verlosser, 
				uitredder, voorganger. 
				
				 
				
				
				Onze schriftlezing beschrijft 
				de overgang van periode 1 naar 2. Mozes is opgegroeid als zoon van 
				een Egyptische prinses, als een prins dus en – zoals Stefanus zo 
				mooi omschrijft – hij werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren 
				en was machtig in zijn woorden en werken.
				
				De dochter van de farao 
				had Mozes uit het biezen kistje laten nemen en nadat hij door zijn 
				moeder gezoogd was, had zij hem als haar zoon aangenomen, geadopteerd. 
				Zij was van mening, dat zij een Egyptenaar van hem kon maken. Alle 
				wijsheid van de oer-oude beschaving van haar land liet zij hem bijbrengen. 
				Maar tevergeefs... het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. 
				Hoezeer de kracht en de wijsheid van zijn opvoeding ook machtig 
				was in Mozes, toch bleef het bloed in hem spreken.
				
				 
				
				lezing
				
				preek
				
				
				“En toen Mozes 
				groot 
				geworden was, ging hij uit, prachtig die term (ex-odus:) 
				ging hij uit, uit zijn stiefmoeders-huis tot zijn broeders. Ja, 
				inderdaad: zijn broeders, zijn bloedverwanten, letterlijk. En dan 
				zien wij hoe de  banden van het bloed beginnen te spreken. 
				Ja zijn bloed begint meteen te koken als hij een Egyptenaar één 
				van zijn broeders ziet doodslaan: hij slaat terug, en hard ook:
				dood 
				slaat hij de Egyptenaar.
				
				 
				
				De dochter van de farao 
				had zich vergist. De voeding had het gewonnen van de opvoeding.
				
				In plaats van een Egyptenaar 
				werd Mozes een Hebreeër, toen hij groot geworden was.
				
				 
				
				En deze daad markeert het 
				einde van zijn eerste leven. 
				
				Hierna begint zijn tweede 
				leven. 
				
				Niet langer zal hij de 
				fraaie Egyptische prins zijn, rondgereden in prachtige wagens, toegejuicht 
				door het volk, bewonderd om zijn kennis en zijn daden... neen... 
				nu zal hij verworpen worden, vervolgd zijn, vluchteling en vreemdeling 
				in een vreemd land.
				
				 
				
				
				Mozes beseft het nog niet. 
				Hij denkt dat hij er nog onderuit kan komen, dat hij zijn prinsheerlijke 
				Egyptisch hofleventje nog even kan verderzetten. Niets daarvan. 
				Het bloed heeft gesproken, bloed is er vergoten... en dat kan nìet 
				onopgemerkt blijven. Ookal meent Mozes dat niemand het heeft gezien... 
				het bloed van de Egyptenaar roept ten hemel, gelijk Abels 
				bloed in den beginne, nadat hij door Kaïn was vermoord...  
				en de stem van het bloed zal gehoord worden.
				
				 
				
				
				Staat er niet geschreven:
				Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door de mens vergoten 
				worden... Dat is bijna een noodlot, een natuurwet waaronder 
				de mensheid is gesteld, van den beginne (Genesis 9:6). Oog om oog, 
				tand om tand.... een leven voor een leven…
				
				De gedachte van de weerwraak 
				/ bloedwraak zit diep in ons. Slechts met veel moeite is de mensheid 
				er in geslaagd om deze oer-impuls wat onder controle te krijgen, 
				te reguleren… Dat net geciteerde gebod is trouwens één van de eerste 
				pogingen om de bloedwraak, de vergeldingsdrift in te perken… Het 
				geeft een grens aan. oog om oog (niet meer), tand om tand (niet 
				meer), een leven voor een leven (niet meer dan één)…
				
				 
				
				
				In de 10 geboden betekent 
				het verbod ‘Gij zult niet doodslaan’ vooral: 
				gij zult niet
				– eigenmachtig 
				doodslaan, Hier wordt de bloedwraak verboden. 
				Je moet de vergelding aan het gerecht overlaten. In onze samenleving 
				is het tenslotte zo gegroeid (maar hoeveel eeuwen heeft dat niet 
				geduurd !) dat we de hevige impuls van het bloed, de drang tot vergelding
				geheel 
				afleiden via een objectief en dus onpersoonlijk recht-systeem 
				(wat ook weer z’n nadelen heeft, zowel voor dader als slachtoffer).
				
				
				
				Wanneer echter de misdaad 
				dichtbij komt, gevoelen wij in onszelf ook de oerkracht van het 
				bloed dat koken gaat. Dit gebeurt in ons kleine persoonlijke leventje, 
				maar we zien het natuurlijk ook in het groot gebeuren: razendsnelle 
				escalatie.
				
				Eéns bloed geroken, des 
				te moeilijker nog te stuiten. De macht van irrationele factoren 
				moeten we niet onderschatten ook in zulke conflicten.
				
				 
				
				Afin, terug naar Mozes.
				
				
				Mozes komt opnieuw in het 
				land Gosen. De band des bloeds trekt hem er heen. En deze keer is 
				hij getuige van een ruzie tussen twee Joodse mannen, een broedertwist 
				dus in zijn ogen. Als hij de schuldige wil 
				terechtwijzen, corrigeren, 
				blijkt hij 
				door zijn ene gewelddaad zijn ‘gezag’ te hebben verspeeld… Hij wordt 
				door één van zijn broeders meteen terechtgewezen. Wie is hìj eigenlijk 
				? En waar haalt hij het recht vandaan om hem de les te leren ?… 
				Je bent zelf een moordenaar ! Weg gezag, weg invloed, weg alle kans 
				op recht…
				
				 
				
				Niets is zo belangrijk 
				èn zo kwetsbaar als gezag. Het bestaat namelijk bij de gratie van 
				de ‘toekenning’, erkenning. Macht kun je hebben, onafhankelijk van 
				gezag. 
				
				Gewoon omdat je groot en 
				sterk bent, of rijk, of een man...
				
				Gezag hebben is iets heel 
				anders… iets veel verborgeners ook. Dat heeft met ‘integriteit’ 
				te maken en met de ‘ervaring dat je ook echt iets ‘te zeggen’ hebt.
				
				
				Gezag verhoudt zich 
				tot macht als wijsheid tot kennis… 
				
				De profeten hadden gezag, 
				ook al zaten ze soms in de gevangenis. Ghandi had gezag, Martin 
				Luther King, Romero… Nauwelijks macht, maar veel gezag. Duidelijk 
				is dat hetzelfde van Jezus geldt: zelfs geheel ontledigd wat macht 
				betreft, had hij een enorm gezag. Ja, eens het zwijgen opgelegd, 
				dood, bleek hij meer dan ooit te zeggen te hebben.
				
				 
				
				
				Mozes heeft met zijn ene 
				gewelddaad dus niet alleen het leven van de Egyptenaar genomen, 
				maar ook zijn eigen roeping gehypothekeerd. De eerste de beste kan 
				hem onder uit halen als hij het woord ‘recht’ in de mond neemt. 
				Was het een valse beschuldiging geweest, géén probleem. Zijn moreel 
				gezag en zuiver geweten zou hem er door gedragen hebben. Maar nu 
				is het afgelopen. Hij staat schuldig. Hij is niet integer. De mare 
				van zijn doodslag dringt door tot het koninklijk paleis en de wraak 
				der Egyptenaren komt op gang (15): 
				Toen farao van deze zaak hoorde, 
				trachtte hij Mozes te doden... 
				 
				
				 
				
				
				Het doodvonnis is geveld. 
				Mozes 1ste  levensperiode is hiermee definitief 
				ten einde. In Egypte kan hij niet meer blijven, bij zijn volksgenoten 
				heeft hij alle geloofwaardigheid 
				als uitredder al verspeeld, 
				nog voor hij maar aan zijn taak begonnen is.  
				
				Mozes vlucht en belandt 
				in een vreemd land: Midian, ergens in de woestijn.
				
				 
				
				Eindigt dan zo de geschiedenis 
				van God met zijn volk: Mozes in ballingschap ? Is dit de slotsom 
				van dat prachtige verhaal over Mozes moeder die haar kind zo slim 
				redde, over de pientere zus, Mirjam die van verre stond... Moet 
				al dit goede, dit levenbevorderende, dit hoopvolle dan weer in het 
				moeras van de zonde en de dood verdwijnen. Was het allemaal voor 
				niets?
				
				 
				
				
				Godzijdank, neen: Mozes 
				krijgt van God een tweede leven, ja nog een derde erbij. Mozes die 
				de Egyptenaar sloeg en zo zijn hand meteen overspeelde, mag 
				wedergeboren
				worden... Ik zeg het expres zo. Zijn 
				geboorte 
				alleen 
				was niet genoeg om de ‘redder’ van zijn volk te worden. Een 
				wedergeboorte
				is daartoe nodig.
				
				 
				
				
				En die wedergeboorte is 
				opnieuw een periode in zijn leven: 40 jaar verbleef hij in Midian, 
				zegt de Joodse traditie (Hd 7) dus. Maar ze is wel degelijk een
				andere 
				periode dan de vorige. Zijn entrée in Midian staat 
				onder een heel ander voorteken dan zijn vertrek uit Egypte.
				
				
				
				 
				
				Bij de bron van Midian 
				is hij nl. opnieuw getuige van een onrecht, dat geschiedde. En ook 
				hier grijpt hij in, schiet hij te hulp, maar deze keer is zijn ingrijpen 
				niet alleen maar een opwelling van het bloed (… leidend tot doodslag), 
				neen nu is het een optreden dat ‘in verhouding’staat  tot het 
				onrecht dat hij zag geschieden. 
				
				
				Hij neemt het op voor de 
				dochters van Rehuel  
				als hij ziet dat zij door een stelletje 
				mannen worden gekleineerd.  
				
				Dat hoeft hij niet te doen, 
				hij is geen Midianiet immers. Toch doet hij het. De morele impuls 
				is zuiver. Hij kan het onrecht gewoon niet aanzien. Maar deze keer 
				vloeit er geen bloed, zoals de eerste keer dat hij met onrecht werd 
				geconfronteerd dat zijn broeder werd aangedaan. Toen was zijn morele 
				impuls troebel geweest.
				
				 
				
				Hier in dit vreemde land 
				Midian is zijn gezag ook nog niet gehypothekeerd. Hier is zijn strafblad 
				nog blanco en dus ook zijn integriteit nog onaangevochten.
				
				
				
				Deze keer kan 
				Mozes
				dan ook iets positiefs bewerkstelligen,  
				uitredden…
				
				
				
				Derde keer goede keer. 
				De meisjes krijgen toegang tot de bron en Mozes geeft hun schapen 
				te drinken. Eindelijk is Mozes een ‘goede herder’. 
				
				
				 
				
				Begin is beginsel: 
				Onder dit voorteken begint Mozes’ tweede leven. En dit leven draagt 
				vrucht: Hij trouwt met de dochter van het stamhoofd, krijgt twee 
				zonen, was er weliswaar vreemdeling en bijwoner, en heeft dat gezien 
				de naam van zijn oudste zoon ook zo beleefd, maar toch was het leven 
				in de ‘woestijn’ van Midian een goede 
				tijd, een tijd waarin 
				aan de toekomst kon worden gewerkt.
				
				 
				
				Schapen heeft hij er gehoed 
				in de woestijn van Midian (steppe). 
				
				Net als 40 meer is dan 
				een getal, zo is ook de woestijn meer dan een plaats. 
				
				
				De woestijn is de voorbereidingsplaats 
				om ‘verlosser’ te kunnen worden. 
				
				Johannes de doper verbleef 
				in de woestijn voor zijn optreden, Saulus verbleef na zijn bekering 
				lange jaren in de woestijn van Arabië, voordat hij in dienst van 
				de Heer apostel werd, Jezus werd na zijn doop uitgeleid in de woestijn…
				
				 
				
				
				In de woestijn vindt de 
				‘wedergeboorte’ plaats. Zo werkt de Geest van God. Hij 
				breekt 
				het oude natuurlijke leven af… soms hard en abrupt (getuigenissen), 
				maar veel vaker langzaam en geleidelijk… een hele periode lang. 
				(40 jaar). Het leven dat geleefd wordt onder de heerschappij van 
				het bloed, de impuls, de machtsdrift… het wordt daar langzaam afgebouwd….en 
				uit de brokstukken van dat leven, bouwt Gods Geest tegelijk, evenzeer 
				geleidelijk een nieuw leven op, een leven zonder geweld, maar met 
				gezag.
				
				 
				
				
				Het is dezelfde mens, maar 
				dan weder-geboren. Een centraal bijbels woord, 
				weder-geboorte.
				Het geeft aan dat het leven van ons nooit rechtlijnig, rechttoe, 
				rechtaan geleefd kan worden. Het altijd maar voorwaarts op eigen 
				kracht is een onmogelijkheid voor een mens.  
				
				 
				
				
				Als de stremming komt, 
				als de lijn wordt gebroken, wanneer het leven stagneert – en dat 
				kan door allerlei redenen zijn – 
				als we in de woestijn worden 
				geleid moeten we niet meteen vertwijfelen. Op zo’n moment 
				kan Gods geest wel eens aan het werk zijn, aan het werk om ons 
				te doen ‘wedergeboren’worden.  
				
				We worden dan als het volk 
				Israel, als Mozes de woestijn in geleid... opdat wij beproefd en 
				gelouterd zouden worden en als nieuwe mensen zouden opstaan om in 
				een andere leven te wandelen...
				
				 
				
				In de woestijn wordt 
				het bloed getemd, omdat de Geest Gods de ban ervan breekt.
				
				 
				
				
				Mozes is hiervan een voorbeeld. 
				Wat lezen wij wanneer Mozes aan het eind van zijn leven is gekomen, 
				weder-geboren is, dan lezen wij dat hij een nieuwe mens is geworden:
				“De man Mozes nu was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die 
				op de aardbodem waren.”
				
				 
				
				
				Kunt u het zich voorstellen? 
				De opvliegende Egyptische prins, Met z’n bloed dat al begint te 
				bruisen als hij onrecht ziet…. de 
				zachtmoedigste 
				van alle 
				mensen. De ban des bloed is gebroken, de kolkende aandrift om erop 
				te slaan is getemd, ja is zelfs tot 
				aarzeling 
				geworden.
				
				 
				
				
				We zien hier meteen ook 
				de betekenis van de woorden van Jezus, die we uit het evangelie 
				gelezen hebben, waarin de wet van het 
				oog en oog, tand om tand, 
				door Jezus wordt terzijde gesteld...  
				
				De boze moeten we niet 
				met boos-heid weerstaan, want dan vallen we juist ten slachtoffer 
				daarvan. Het kwaad moeten we niet met kwaad bestrijden, want dan 
				is het goede voorgoed kansloos. Neen, met fantasie en lèf mogen 
				we proberen de spiraal van het geweld te doorbreken. Door plotseling 
				méér te geven, door onvoorspelbaar ‘anders’ te zijn. 
				
				
				 
				
				Zoals Jezus zèlf. 
				Tot verbazing van alle beschouwers, legde hij alle macht af, solidariseerde 
				zich volkomen met de zaak van de mens.... En: alle macht afgelegd, 
				bleef enkel Gods gezag nog over. En met dit zo totaal onconventioneel 
				gedrag zette hij de boze buitenspel… Op zo iemand heeft de duivel 
				geen gripp. Zelfs de moordenaar aan het kruis terzijde van Hem werd 
				erdoor wakker geschud en werd zijn broeder zodat zij samen ingingen 
				in het paradijs.
				
				 
				
				Nu wij nog .
				
				amen.
				 
				
				 
				
				
				                                                                      
				liturgie
				
				
				 
				
				
				-           
				aanvangslied: psalm 31: 1 en 3
				
				
				-           
				stil gebed
				
				
				-           
				votum & groet
				
				
				-           
				lied: psalm 31: 6 en 7
				
				
				 
				
				
				-           
				gebed om ontferming 
				
				
				-           
				lied: gezang 444: 3
				
				
				-           
				woord ten leven: genadewoord
				
				
				-           
				lied: gezang 444: 1 en 2
				
				
				 
				
				
				-           
				gebed bij de opening van het Woord
				
				-          
				
				
				Schriftlezing: Exodus 2: 11-25
				
				-           
				lied: gezang 313: 1 en 2
				
				-           
				Schriftlezing: Mattheüs 5: 38-48
				
				-           
				lied:gezang 313: 5, 6 en 7
				
				
				-           
				preek
				
				
				-           
				geloofsbelijdenis (gezongen): melodie 293
				
				
				-           
				afkondigingen / collecten / gebeden
				
				
				-           
				slotlied: gezang 285: 1, (ik lees 2,3), 4
				
				
				-           
				heenzending en zegen
				
				
				-           
				"amen.." (gezang 456:3)