preek over MATTHEUS 10:24 - 11:1  
			Genk, 8 juni 
			2008   
			 
			tekst:                
			Wie zijn leven vindt, zal het verliezen,
                        
			maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil,
                        
			zal het vinden             
			(vers 39)
			 
			gemeente,
			Wij zetten in onze dagen ons leven nìet op het spel zetten, als we 
			openlijk Christus’ belijden. Het is ooit anders is geweest:  In 
			de 1ste eeuwen is de kerk gebouwd op het bloed der 
			martelaren. In de grote stadions en amfitheaters van het Romeinse 
			rijk werden de christenen samen met de Joden voor de leeuwen 
			geworpen. In de Middeleeuwen brandden er geregeld brandstapels voor 
			christelijke ketters, voor Joden voor Moren... en later voor 
			protestanten (in  katholieke gebieden) en voor katholieken (in 
			protestantse gebieden)... 
			 
			Je kon je leven verliezen voor het geloof, - of voor een bepaalde 
			articulatie van je geloof - zeker. En je hoefde het niet eens te 
			zoeken. Een verkeerd geschriftje, een onvoorzichtig woord op een 
			verkeerde plaats en je hing. Als je niet de heersende overtuiging 
			(=het geloof van de heerser) aanhing, dan was de wereld vol 
			tegenstand en het leven vol gevaren. Het kostte je – om het in één 
			woord te zeggen – offers om je publiekelijk van het 
			heersende geloof (zij het heidens, zij het christelijk) los te 
			maken.
			 
			In zulke tijden waren de woorden die wij gelezen hebben uit het 
			evangelie dus helemaal niet vreemd, helemaal niet hard of 
			overdreven. Neen: iedereen snapte ze zonder meer... Daarbij in het 
			midden latend, of de toepassing altijd correct was.
			 
			En tot begin jaren ’90 van de vorige eeuw was je achter het ijzeren 
			gordijn beter ook niet al te openlijk ‘christen’. Het kostte je je 
			carrière, en de toekomst van je kinderen werd erdoor onmogelijk 
			gemaakt... Ja, nog steeds is dit zo in sommige streng-islamitische 
			landen. 
			En ondanks dat er hard wordt gewerkt aan wederzijdse acceptatie, 
			lijkt het in onze tijd toch steeds meer op scherp te worden gesteld 
			te worden…
			 
			En nog iets, en dan hou ik er mee op, d.w.z. met voorbeelden: Ook in 
			onze zogeheten ‘vrije’ wereld kun je nog wel degelijk zware 
			tegenstand ontmoeten, als je de profetie van Gods Rijk van 
			gerechtigheid en vrede bijv. probeert te vertalen in politiek 
			economische termen en bijv niet alleen maar zegt dat armoe 
			onrecht is, maar ook veranderinge eist… Martin Luther King, 
			Romero, ook wij ‘verloren hun leven’..
			 
			Maar goed. Hìer en nu is het anders: 
			Het colosseum te Rome is een toeristische attractie geworden, de 
			brandstapels roken niet meer, de worgpalen staan in musea en de 
			inquisitie is omgedoopt in ‘congregatie voor de geloofsleer’. 
			In de dagelijkse praktijk van het kerk-zijn in België worden we door 
			de roomskatholieke kerk eerder doodgeknuffeld dan doodgedrukt 
			(verdrukt). De scherpe kanten zijn er van af, wat bindt wordt meer 
			benadrukt dan wat scheidt... 
			En ook de samenleving – hoewel post-christelijk – is niet 
			anti-christelijk in repressieve zin. (ookal wordt het 
			in de politiek soms wel eens zo uitgespeeld, maar dat zijn toch 
			vooral symbolische gevechten, achterhoede gevechten van zuilen uit 
			een voorbije tijd):  Je mag geloven wat je 
			wilt... Ja, je mag er zelfs – als je het netjes houdt – op straat 
			over vertellen. 
			
			Vrijheid van godsdienst, vrijheid van geweten, vrijheid van 
			meningsuiting: Het staat allemaal in de grondwet van ons land en en 
			na anderhalve eeuw grondwet is het toch ook min of meer gemeengoed 
			geworden. Officiëel georganiseerde religies worden op voet van 
			gelijkheid door de overheid erkend en zelfs gesubsidieerd.
			 
			Is dan alles in orde? Kunnen we deze teksten van Jezus dan in de 
			ijskast zetten tot er slechtere tijden aanbreken? Moeten we de 
			‘tolerantie’ prijzen als het hoogste goed ? Anyting goes / Jeder 
			soll auf seiner Fasson selig werden…?
			Bijbels gezien is het lastig om daar iets over te zeggen. 
			Dat begrip heeft enerzijds wel bijbelse wortels in deugden als 
			‘geduld, lankmoedigheid’: ‘Verdraagt elkander’, schrijft Paulus en 
			‘houdt voor zover het van u afhangt vrede met alle mensen’... 
			Maar – tegelijk – is het anderzijds bepaald nìet de bedoeling van 
			Paulus, noch van de God van de bijbel, noch van Jezus de vredebode, 
			dat ‘alles gelijk’ wordt, dat niets meer uitmaakt... wat je doet, 
			gelooft etc.  Ik heb ook wel eens de indruk, dat wat wij 
			tolerantie noemen eigenlijk gewoon een mooi woord voor 
			onverschilligheid is... En dan is wat tolerantie heet dus eigenlijk 
			een symptoom van de waarde-loosheid van onze samenleving en dat is 
			beslist niet positief. 
			 
			Afin, hoe dat ook zij: Jezus, de vredebode, de heilbrenger, zegt in 
			ons Schiftgedeelte zeer nadrukkelijk: Meent nìet, dat Ik gekomen 
			ben om vrede te brengen op aarde... 
			De engelen zongen het nochtans in de velden van Efratha: vrede op 
			aarde. Met deze vrede is blijkbaar iets aan de hand. Zij is niet 
			neutraal, zij is heel specifiek, gevuld met een welbepaalde inhoud: 
			Zij heeft grote gevolgen voor heel je leven. 
			Deze vrede vervlakt de dingen niet, egaliseert niet, maar zet de 
			dingen juist op scherp. Alle relaties krijgen door deze 
			vredeboodschap een heel aparte kleur:  Je vader, je moeder, je 
			broers en zussen, je huisgenoten, je vrienden, je echtgenoot... Je 
			wordt door het evangelie absoluut niet onverschillig t.o.v. hen, 
			neen... alleen die relaties, die banden verschieten van kleur... 
			 
			Ik verklaar mij nader:
			Ik neem meteen maar het pijnlijkste en meest nabije onderwerp uit 
			Jezus toespraak: de familierelaties. ‘Het gezin is de 
			hoeksteen van de samenleving’, zeggen wij wel eens. Dat wil zeggen: 
			onze maatschappij is erop gebouwd. Dat klopt denk ik ook wel. Het 
			gezin is – nog steeds – de broedplaats en de oefenplaats van zo 
			ongeveer alle sociale deugden: Van liefde, trouw, geduld, omgaan met 
			elkaar, omgang tussen de generaties, de geslachten.. alles. Zéér 
			belangrijk: Bijna niet te overschatten, denk ik. Ook bijbels 
			gegrond...
			 
			Tòch -en ik denk dat Jezus dat bedoelt- Toch is ook het gezin niet 
			‘heilig’. De gezinsband, de familiale binding - hoe belangrijk 
			ook... is niet het ‘allerlaatste’, het allerhoogste.. nìet! 
			Als de band die iemand bindt aan het gezin, aan het ouderlijk gezag 
			of wat dan ook... een mens afhoudt van het doen van ‘gerechtigheid’, 
			van het ‘volgen’ van Jezus dan moet de familieband losgemaakt kunnen 
			worden. Bonhoeffer smeedde hiervoor een bruikbare term: De 
			familiebanden horen tot het voorlaatste, de band met God tot 
			het
			laatste...Tallozen hebben in de loop der eeuwen een spanning 
			tussenbeiden ervaren. En dat was een pijnlijke ervaring, want de 
			natuurlijke banden, de banden van het bloed, die wij met mensen 
			hebben zijn sterk, zeer sterk. En niet alleen dat: Zij zijn ook zo 
			met ons wezen, ons zijn vervlochten, dat wij ze bijna niet zonder 
			grote problemen kùnnen lossen, laat staan verbreken.
			 
			Een voorbeeld:  van een bekende evangelist/colporteur (P. 
			Joelants, ongeveer een eeuw geleden) is bekend, dat hij, toen zijn 
			vader hem uit huis had gezet omdat hij protestant was geworden, èlk 
			jaar opnieuw terug keerde naar huis om de familieband terug op te 
			nemen, en elk jaar opnieuw was hij weer enige tijd van slag als weer 
			de toegang werd geweigerd. Zelfs toen zijn vader gestorven was, 
			mocht hij het huis niet, want hij zou met zijn ketterse blik het 
			lijk ontwijden..  En zulke dingen doen pijn, vreselijke pijn. 
			Toch heeft hij gemeend zijn geloof dáárom niet te kunnen 
			verloochenen. Dan zou hij wel een huiselijke wereld hebben gewonnen, 
			maar schade hebben geleden aan zij ziel. Het drama is eigenlijk nog 
			groter. Z’n vader deed het ook ‘om Christus’ wil’… vrees ik. 
			Godsdienst is gevaarlijk.
			Van die keuze heeft hij ook nooit spijt gehad, hoeveel pijn ze hem 
			ook gedaan heeft een levenlang. Dat was -volgens zijn opvatting- 
			zijn ‘kruis’, zijn ‘persoonlijke kruis’ dat hij om Christus’ wil 
			dragen moest en door Christus ook dragen kòn. 
			 
			Wat ik sterk vind in dit verhaal is dat Joelants zèlf altijd de 
			deur wel open heeft gehouden naar zijn familie toe Zìj moesten 
			hem elke keer weer opnieuw sluiten. Hij blijft gedachten van 
			vrede koesteren, conctact houden, open staan voor elk positief 
			gebaar... Hij heeft de positieve grondhouding die Jeremia de 
			ballingen in hun ballingschap op het hart probeert te binden, 
			zich eigen gemaakt. De vrede van zijn vaderhuis is verbonden met 
			zijn vrede, ookal leeft hij in ballingschap. 
			Ontbreekt die op heelheid, heelmaken gerichte houding in de breuk, 
			dan is – scherp gezegd – de breuk misschien niet tot stand gekomen 
			om Christuswil, maar om deszelfs wil gezocht. Hier ligt m.i. in 
			onze sociale context de grens tussen geloof en sekte. Een gevoel 
			van verbannen zijn uit de familie kan voorkomen in onze vrije 
			westerse samenleving, maar de noodzaak om radicaal te breken en weg 
			te trekken, dat kan ik me haast niet meer voorstellen. Daarvoor is 
			een vervolginssituatie nodig, waarbij het voorlaaste geheel verdampt 
			in het laatste...Een geestelijke emigratie moet in 99,9% van de 
			gevallen voldoende afstand scheppen om Christus te kunnen volgen.
			 
			Maar dan nu nog éénmaal naar onszelf toe.
			De meesten van ons hebben niet radikaal hoeven kiezen tussen onze 
			huisgenoten en God, of-of. Dat is beslist een voorrecht: De relaties 
			in het terrein van het voorlaatste kunnen dus hun natuurlijke groei 
			en bloei krijgen, ookal kan er op dit punt spanning, verwijdering, 
			vervreemding ontstaan... Maar dat is een relatieve breuk die hoort 
			bij het ‘jezelf worden’. Die zal er in elke tijd wel zijn, die hoort 
			bij het leven, bij het opgroeien, bij het volwassen worden. De band 
			wordt niet verbroken, maar wordt anders, naarmate de 
			zelfstandigheid ook in geloofszaken toeneemt... Deze spanning moeten 
			we niet dramatiseren. Die is gewoon en gezond, ookal doet het soms 
			wel pijn.
			 
			Als we deze situatie serieus nemen en niet willen dramatiseren, wat 
			hebben de tekstwoorden van vandaag ons dan nog te zeggen ? 
			Wel ik denk dat ze als waarschuwing nog immer hun zin hebben, maar 
			dan meer in algemene zin, als een levenswijsheid... zoals we 
			die ook in het Spreukenboek tegenkomen. Alsvolgt misschien:
			 
			Ook op kousevoeten kan de duivel rondgaan als een briesende leeuw, 
			zal ik maar zeggen. Het is zo gemakkelijk in onze tijd om egoïstisch 
			te leven. Je hebt alle vrijheid alle gelegenheid om te doen waar je 
			zin in hebt. Je ondervindt vaak heel weinig weerstand. Iedereen 
			leeft zo voor zichzelf. 
			Zo kun je je eigen leven koesteren, vertroetelen liefhebben boven 
			alles... De waarschuwing van onze tekst klinkt dan luid en duidelijk 
			in het meest algemene vers, vers 39: 
			Wie zijn leven vindt, zal het verliezen !
			 
			Een leven dat in de eerste plaats gericht is op persoonlijke 
			bevrediging, verzadiging, vervulling... zo’n leven mist z’n doel, is 
			een leven in zonde (zonde = doel missen)... Het kan lang goedgaan, 
			een levenlang misschien wel, juist dat is het verraderlijke: 
			de leegte echter, de zinloosheid ligt voortdurend op de loer, vaak 
			maar net onder het oppervlak van de uiterlijke bevrediging. En die 
			zinloosheid slaat er dan ook makkelijk doorheen als het vernislaagje 
			van afleiding en verstrooiing en vermaak begint te barsten.... Hoe 
			druk is het -juist in onze welvaartsstaat- niet bij allerhande 
			therapeuten: Waarom zou de esoterie zo bloeien als er niet een 
			gigantische leegte onder de vol geschilderde buitenkant van ons 
			leven zou gapen... Niets meer te wensen en toch niet gelukkig..., 
			heet een popupair boekje van rabbi Kushner. 
			 
			Jezus geeft dan een advies: probeer eens andersom te denken, andere 
			prioriteiten te stellen: 
            
			Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden...
			 
			Zijn leven verliezen, dat is: de jacht op persoonlijke bevrediging, 
			verzadiging, vervulling naar de achtergrond verplaatsen... en iets 
			anders daarvoor in de plaats stellen: beter: de ‘ander’, hetzij met 
			een hoofdletter: God  of met een kleine letter, maar even 
			groot: je naaste, maar die horen bij elkaar... En daar je leven maar 
			eens even op te richten: met hart, ziel en zinnen je daarmee 
			bezighouden. Die niet enkel zien staan als jìj ze kunt gebruiken, 
			als ze jou van pas komen.. neen: ze zien staan, God en je naaste, zo 
			zoals ze zijn, zo zoals ze op je af komen, zo zoals ze je aanzien en 
			een een beroep op je doen...
			Sommige mensen zullen je dan voor zot verslijten: Zeg, vergooi jij 
			daar je leven voor zulke dingen, je lijkt wel gek. Jezus’ familie 
			zij het ook van hem. Hij liet ze praten... Hij was er van overtuigd 
			en zijn leven, lijden, dood en opstanding heeft het bewezen, dat 
			zo’n leven uiteindelijk zinvoller, ja zelfs bevrediggender en vol 
			vervulling is dan het rechttoe rechtaan geleefde ik-zuchtige en 
			heb-zuchtige leven.
			 
			Wie zijn leven verliest om Mijnentwil 
			(d.w.z. in verband met de persoon en de zaak waar Jezus voor staat), 
			zal het vinden..
			Als je m.a.w. je leven niet krampachtig probeert te behouden, maar 
			je in je doen en laten durft toe te vertrouwen aan God en zijn 
			gebod, je leven m.a.w. uit handen durft te geven... ‘in Gods handen 
			te bevelen’.. met al je hebben en houden, dromen en daden... dan 
			vind je het leven juist, een leven vol zin, vol toekomst, vol 
			perspectief, een leven met eeuwigheidswaarde..
			Dan ontdek je dat Gods goedheid te groot is voor het geluk alléén.
			Zij gaat in alle nood door 
			heel het leven heen.
			 
			Amen.
			liturgie
			 
			 
			Lied: gezang 480: 1 en 2
			votum en groet
			Lied: gezang 480: 3 en  4
			GEBODslezing
			Lied:  gezang 480: 5
			 
			Gebed bij de opening van het Woord  
			OT – lezing:  Jeremia 29: 4 - 11
			Lied: gezang 37: 1 en 2
			NT – lezing:  Mattheus 10: 24 - 11: 1
			Lied: gezang 37: 5 
			preek
			Lied: gezang 326: 1 en 2
			 
			geloofsbelijdenis / KG
			gebeden
			collecten
			Lied: Psalm 68:7
			zegen... 
			‘amen’