Preek over 
			Lukas 21: 34-36: 
			De laatste dingen, over 'hypnotiserende zaken', over 
			'waken' en 'toezien op jezelf'
			 
			
			inventio: 
			Hütet euch van Heinrich Schütz (Symphoniae Sacrae II)
			
			Wie slaapt 
			er eigenlijk ?  
			
			 
			
			Gemeente,
			
			Albert Speer 
			(Hitlers architect en later Reichsminister voor bewapening en 
			oorlogsindustrie) beschrijft in zijn ‘Memoires’ hoe hij tegen het 
			einde van de 
			Tweede 
			Wereldoorlog steeds rustelozer werd. Dat was de periode dat 
			de Duitse steden bij voortduring werden gebombardeerd en iedereen 
			wist dat de Duitse oorlogsmachine op z’n laatste benen liep, maar 
			niemand het mocht zeggen. Speer beschrijft dan een eigenaardig 
			verschijnsel. Hij vertelt dat hij in die periode er helemaal op 
			gefixeerd was om te blijven doorwerken, nooit te stoppen, nimmer te 
			rusten. 
			
			Het was een 
			bijna hypnotisch verlangen om wakker te blijven, nìet te slapen.
			
			 
			
			Als hij daar 
			dan na de oorlog op reflecteert in zijn memoires dan zegt hij dat 
			hij niet wilde gaan slapen om niet wakker te hoeven worden. Wakker 
			worden in de in de ‘echte wereld’. 
			
			 
			
			M.a.w. zijn 
			fixatie op waken, werken, niet slapen, rusteloos doorgaan.. was 
			eigenlijk om de werkelijkheid niet onder ogen te hoeven zien. Het 
			uitzitten van al die ellenlange besprekingen met Hitler, al die 
			bezoeken aan fabrieken en wapendepots en al die uren om lijsten met 
			produktiecijfers op te stellen en nog meer wapenbestellingen te 
			doen, al die doorwaakte nachten.... vormden één grote poging om 
			nooit meer wakker te hoeven worden.
			
			Hij werd er 
			a.h.w. door ‘gehypnotiseerd’ 
			
			 
			
			Je denkt dat 
			je volkomen bij de zaak bent, maar in werkelijkheid ben je 
			krampachtig bezig om te ontkennen waar het werkelijk om gaat.... en 
			in dit geval van Speer, met dramatische gevolgen: Zonder zijn 
			manische ijver zou de Duitse oorlogsmachinerie veel eerder zijn 
			ingestort en de oorlog korter hebben geduurd...
			
			 
			
			Ik moest aan 
			deze dingen denken toen ik de Schriftlezing van vandaag probeerde om 
			te zetten in een preek. ‘k Zal u ook nog vertellen hoe ik aan deze 
			lezing kom. Vorige week heb ik verschillende keren deze lezing 
			gehoord, maar dan in de muzikale zetting (=exegese) die Heinrich 
			Schütz daarvan maakt: Hütet euch... 
			So seid nun 
			wacker allezeit... um zu stehen für des Menschen Sohn.. 
			
			
			 
			
			Ik probeer 
			eerst de tekst een beetje in zijn context te plaatsen. De setting is 
			deze: het gaat over ‘de laatste dingen’. En dan denken wij meteen 
			aan het einde der tijden enzo, en Jezus spreekt daar ook van, maar 
			we moeten ons niet vergissen. Want door te denken dat het daar over 
			gaat schuiven we Jezus boodschap ook van ons af... nl. naar later !
			
			Het gaat 
			echter niet zozeer om het einde van de wereld, maar het gaat Jezus 
			om een levenshouding nù, altijd. Niet zozeer dus om de laatste 
			dingen in temporele zin, maar om de laatste dingen in psychische 
			zin: de ultieme zaken: Waar maak je je eigenlijk druk om in 
			je leven ? Waar gaat je energie in zitten ?  Waar lééf je voor 
			èn waar ben je bang voor ?  Dat soort vragen.
			
			 
			
			Dat zijn de 
			laatste dingen als je ze in het heden plaatst.
			
			En als Jezus 
			daarover wat kwijt wil dan is het typisch dat hij vooral bang lijkt 
			dat de mensen zich betreffende die laatste dingen ‘zullen 
			vergissen’: 
			
			 
 
			 
			
			1. Dat ze 
			voor laatste dingen aanzien, wat het niet zijn (vooral 
			Jehovahgetuige-achtig: als je merkt dat deze wereld ineenstort, dan 
			moet je niet denken dat dat het ‘einde’ is... En vooral: als men je 
			zegt: het einde is nabij... alleen hier is nog redding... Follow 
			me... geloof hen niet, laat je niet op sleeptouw nemen, zèlfs 
			niet - zo voegt hij veelbetekenend toe - als ze dat zeggen in ‘mijn 
			naam’  Lukas 21: 7-9).
			
			Misleiding 
			noemt Jezus dat, je wordt er door op het verkeerde spoor gezet, 
			af-geleid van de hoofd-weg van het menselijk leven en je loopt dan 
			hopeloos verloren...
			
			 
			
			2. En Jezus’ 
			tweede zorg is dat hij vreest dat de èchte tekenen der tijden de 
			mensen zullen ontgaan... , juist omdat ze zo gehypnotiseerd worden 
			door al die andere zaken... die wel imposant zijn, en ook wel 
			angstaanjagend... maar die uiteindelijk niet tot de laatste dingen 
			behoren, maar tot het terrein van het voorlaatste (termen van 
			Bonhoeffer)  
			
			 
			
			Het is in 
			dit kader dat de oproep klinkt om toe te zien op ons zelf.... 
			en altijd te waken...
			
			 
			
			Eerst moet 
			je dus ‘toezicht houden op jezelf’, want Jezus acht het een reëel 
			riscio dat je inslaapt, niet letterlijk, maar in geestelijke zin: 
			dat je ‘in slaap valt’ doordat je het zo druk hebt met dit leven dat 
			je a.h.w. naar beneden getrokken wordt en wel door twee dingen:
			
			
			door roes en 
			dronkenschap 
			en door 
			zorgen voor het levensonderhoud. 
			
			 
			
			- Roes en 
			dronkenschap: twee woorden die in het Grieks zowel de aangename als 
			de negatieve kant aanduiden van het genotsdenken, het hedonisme, 
			waar niet alleen de wereld in de tijd van het NT, maar zeker ook 
			onze wereld van doortrokken is. 
			
			Het eerste 
			woord (vertaald met roes) heeft met het drinken van de godendrank te 
			maken (methè - mede), het tweede (vertaald met dronkenschap) met de 
			barstende hoofdpijn die achteraf komt (kraipalè - crapuul). De kater 
			komt altijd later.
			
			Hiervoor 
			waarschuwt Jezus, nìet omdat Jezus iets tegen wijn op zich heeft. 
			Integendeel: hij heeft diezelfde drank waardig geacht teken en zegel 
			van zijn levensgave te zijn. Maar dan hoort er bij het drinken van 
			de wijn een verheffing van het hart (sursum corda: verheft 
			nu uw harten tot God), maar hier is het een bezwaring van 
			het hart, d.w.z. hier trekt het het hart van de mens naar beneden, 
			zodat de mens opgaat in ‘de dingen die beneden zijn’ èn niet die 
			‘boven zijn’.
			
			 
			
			Op zoek naar 
			de ‘roes’ en de volgende kick en telkens weer nieuwe prikkels en nog 
			weer andere  sensaties (temptation) stompt de mens 
			langzamerhand af en wordt aards - niet in de goede zin (uit de aarde 
			aards, want alzo geschapen), maar hij gaat op in zijn ‘aardse’ 
			natuur, valt samen met z’n aardse zelf en wordt ‘geestloos’. De mens 
			als ‘animal’, die als de dieren leeft volgens een schema van 
			behoeften en prikkels.
			
			 
			
			Houd uzelf 
			op dat punt een beetje in de gaten, zegt Jezus.
			
			 
			
			2. En ook op 
			dat andere gebied: de zorgen die te maken hebben met het 
			levensonderhoud. Dat is wat beperkt vertaald. De NBV is correcter 
			als ze het weergeeft met de meer algemene term: de ‘zorgen van het 
			dagelijks leven’. Want daar gaat het om. Om de basisbehoeften van de 
			mens, maar niet enkel materieel: ‘voedsel en deksel’, eten, drinken 
			en onderdak, maar ook immaterieel: We hebben het daar wel eens vaker 
			over gehad: Over de zorg, de bezorgdheid, die te maken heeft 
			met de vergankelijkheid van het leven. De gewone zorg voor het 
			dagelijks leven kan overspannen worden doordat ze omslaat in een 
			soort bezwering van de dood. 
 
			 
			
			We proberen 
			al zorgend de dood van het lijf te houden, alles te regelen, alles 
			te verzekeren...  De planner, de harde werker, de 
			alllesregelaar, de verzekeraar...
			
			 
			
			Houd uzelf 
			ook op dat punt een beetje in de gaten..
			
			Dat je ook 
			daardoor niet ‘naar beneden getrokken’ wordt. Want al zorgmakend kom 
			je meer en meer vast te zitten aan de dingen, en juist aan die 
			dingen die toch vergaan... 
			
			Net als bij 
			het zoeken naar genot (en vermijden van de pijn?) kan ook de fixatie 
			op het verzekeren van jouw plek in dit dagelijks leven ertoe leiden 
			dat je zelf, je ziel, onrecht aan doet omdat ze ‘bezwaard’ wordt, te 
			zwaar wordt èn niet meer op kan stijgen tot God. 
			
			 
			
			Wij zijn uit 
			de aarde aards, maar worden tegelijk ‘van boven’ nieuw geboren. 
			Naast wereldburgers, zij wij dus ook geroepen om - tegelijk - 
			burgers van het hemelrijk te zijn. Te grote fascinatie door het 
			eerste, kan leiden tot verlies aan het tweede. Dat wil Jezus denk ik 
			zeggen... 
			
			 
			
			En als je zo 
			opgaat in al die zaken, dan mis je de dag, het moment 
			suprême, van de wereldgeschiedenis èn van je eigen geschiedenis, de 
			dag dat de Heer komt en de zijnen tot zich roept... je bent dan zo 
			vol met aarsde zaken, dat het je geheel ontgaat èn dan - zo is de 
			laatste ernst in deze dingen - is het te laat... Ik kom daar straks 
			nog op terug.
			
			 
			
			Daarom: 
			waakt te allen tijde... Wees immer wakker. Val niet in slaap.
			
			
			Door het 
			verband met de vorige oproep lijkt het me onweerlegbaar dat Jezus 
			met de slaap, waaruit je moet ontwaken... of die je moet mijden, 
			bedoelt: de hypernerveuze activiteit van de genotszoeker, 
			pijnvermijder en ‘zorgverzekeraar’.
			
			 
			
			Albert Speer 
			gebruikte daar terugblikkend originele woord voor dat heel goed past 
			bij onze tekst: hij werd erdoor gehypnotiseerd... (hupnos = 
			slaap).... in slaap gehouden.
			
			‘Waakt’ of 
			‘weest wakker’ is een afleiding van ‘hupnos’ voorafgegaan door een 
			ontkenning... > Weest niet gehypnotiseerd, gebiologeerd door al die 
			dingen die je aan de aarde binden.
			
			Waakt te 
			allen tijde. Doorbreek de betovering: Stop er mee om - op zoek naar 
			genot of uit angst voor pijn of uit zorgen - aan je zelf en de 
			werkelijkheid voorbij te lopen. 
			
			 
			
			Doe je ogen
			open, wees wakker en zie de dingen, zoals ze werkelijk zijn. 
			Zie de dingen ook onder ogen, aanschouw de werkelijkheid. Houd 
			jezelf niet langer voor de gek, en benoem de droombeelden die je 
			navolgt als wat ze zijn: fantomen, idolen, afgoden.
			
			 
			
			Wordt 
			wakker, wees waakzaam, alert, te allen tijd... Laat je niet 
			bezwaren, naar beneden trekken. Laat je je hemelburgerschap niet 
			afnemen. Ontwaak uit die droom. En bid, dat je ontkomen mag 
			aan de dingen die gebeuren gaan... 
			
			 
			
			Bidden, 
			dat is dan die geestelijke oefening om je blik óók omhoog te 
			richten, als alles je naar beneden trekt. Dat is dan de bede om 
			geestkracht om wakker te kunnen blijven. Bidden dat is je 
			‘hemelse kant’ versterken, je ziel verzorgen... je ‘hart omhoog 
			heffen, tot God’..
			
			 
			
			Gemeente,
			
			
			tegenover de 
			hypnotische kracht van ons dagelijks leven, met z’n zorgen en 
			begeerten, met z’n verlangens en z’n angsten plaatst Jezus een 
			levenshouding, die gekenmerkt wordt door nuchterheid en 
			werkelijkheidszin. 
 
			
				
				Tegenover 
				onze neiging om in roes te vluchten of op en onder te gaan in de 
				zorgen plaats Jezus het realiteitsprincipe: 
				
				Blijf 
				met beide benen op de grond en ga nuchter en waakzaam door het 
				leven heen. Dat is de ‘wandel in de hemel’. Niet met je hoofd in 
				de wolken, neen, met open ogen door de wereld gaand, zorgvuldig 
				de dingen bij hun naam noemend, ze waarderend als wat ze zijn... 
				en alert, waakzaam, wakker, op je hoede ook voor alles en 
				iedereen die zich groter maakt dan hij is. 
				
				Alleen 
				zo kun je voor de Mensenzoon verschijnen... 
				
				 
				
				Daarmee 
				eindigt deze vermaning... om gesteld te worden voor de Zoon 
				des Mensen: 
				
				De 
				Mensenzoon, dat is een ‘titel’ van de Messias, uit het oude 
				testament (Daniël) en die duidt op Gods rechterlijke macht.... 
				Verschijnen voor de Mensenzoon, gesteld worden voor zijn 
				aangezicht is dus niets meer of minder dan geplaatst worden in 
				het laatste oordeel.
				
				 
				
				En daar 
				kunnen we enkel staande blijven, zegt Jezus, als we ‘wakker’ 
				zijn geweest in deze zin, ons niet hebben laten meeslepen in de 
				dromen van deze wereld, die bedrog zijn èn op nachtmerries 
				uitdraaien. Daar kunnen we staande blijven als we ‘toegezien’ 
				hebben op onszelf en ons niet hebben laten hypnotiseren door wat 
				deze of gene afgod ons voorgespiegeld heeft. 
				
				 
				
				Dat 
				betekent dus ook tegelijk, dat het laatste oordeel over ons 
				leven (de laatste dingen) geveld wordt op grond van hoe wij in 
				dit leven hebben gestaan: wakker of slapend... alert of 
				gehypnotiseerd...
				
				 
				
				amen.