het "Jan
Leyers-effect"
over "de weg naar Mekka"
[term van Patrick Stouthuysen] -
lees ook de artikelen in het menu links
U hebt het misschien ook gevolgd op TV (of het boek
gelezen?) Jan Leyers is naar Mekka gegaan, tenminste, hij heeft met een
enorme omweg geprobeerd de heilige stad te bereiken… Natuurlijk wist hij
al vantevoren dat hij er niet in zou kunnen, maar daar ging het dan ook
niet om. Hij knoopte gewoon met iedereen die hij tegenkwam een gesprek
aan, want hij wou nu wel eens weten hoe het nou zit met die Islam. Omdat
Jan zo vriendelijk is, staat bijna iedereen hem te woord en geeft
antwoord op zijn vragen. Jan Leyers mediteert voort op de antwoorden en
stelt nieuwe vragen. Of zijn vraagstelling juist was en open genoeg om
echte antwoorden te krijgen, vraag hij zich niet af. Het boek is een
bestseller, de TV-reeks een kijkcijferkanon (en hebt u de DVD al
gezien…?). Toch zijn er wel wat vragen te stellen bij deze benadering
N.a.v. een congres van de
vzw MOTIEF, over actief pluralisme of hoe omgaan met de diverse
levensbeschouwing in het maatschappelijke middenveld - 2007
Een buitenaards wezen
Een buitenaards wezen landt in België. Hij heeft
vernomen dat België een christelijk land en wil nu wel eens weten of dat
klopt. Hij geeft z’n ogen goed de kost en legt zijn oor her en der te
luister. Resultaat: Hij ziet een enorme hoeveelheid kerken, allerlei
organisaties met een C in hun naam staan en hij maakt nog net mee, dat
de regeringsformatie mislukt omdat de christen-democratische
presidentskandidaat, die ruim 800.000 stemmen haalde er niet in slaagde
een regering te vormen. Vervolgens gaat hij filmen bij zo’n kerk tijdens
een huwelijksplechtigheid, interviewt het koppel, dat hem desgevraagd
meedeelt dat het toch eigenlijk niet echt is als je niet voor
de kerk trouwt. Als hij doorvraagt, wordt hij naar de pastoor verwezen,
die hem het heilig sacrament van het huwelijk uitlegt etc.. Een snelle
oriëntatie op protestantisme en andere godsdiensten doet hem tot de
conclusie komen dat dat toch eigenlijk importgodsdiensten zijn, ook
omdat veel voorgangers of leiders van allochtone komaf zijn. Hij keert
terug naar zijn planeet en presenteert zijn bevindingen: België is een
christelijk land.
Geproblematiseerd
Als je de ander benadert als moslim (in plaats van
als een mens, die – bij nadere kennismaking – zelf wel zal laten merken
of en hoe z’n moslim-zijn van belang is), zal hij zichzelf ook steeds
meer als moslim definiëren èn wel volgens de lijnen die jij in je
benadering impliciet hebt uitgetekend. In een klimaat waarin de
aanwezigheid van moslims steeds weer geproblematiseerd wordt, kan zo’n
vraagstelling – onbedoeld misschien – op de gesprekspartner bedreigend
overkomen. En zoals ieder mens gaat hij zich verdedigen, als hij zich
aangevallen voelt. En juist omdat wij hem expliciet interpelleren op de
religieuze component van zijn leven, zal hij in zijn reactie ook die
religieuze component sterk naar voren halen èn verdedigen. Zo kun je
gevangen worden door een formulering van een vraag. Niet iedereen is zo
handig als Socrates of Jezus, dat hij met een tegenvraag meteen de zaak
op een ander plan weet te brengen.
Vastgepind
In het boek van Motief is op p. 63 het
volgende verhaal te lezen:
Een Marokkaanse jongen meldt zich aan voor een
intake gesprek (het gaat om een afkick-centrum). Bijna meteen
zegt de maatschappelijk assistent: “wij hebben halal voedsel,
hoor, en er zijn ook momenten voorzien waarop je kan bidden”. Dat is
ongetwijfeld goed bedoeld, maar zo wordt die jongeman meteen
vastgepind op z'n moslim-zijn, terwijl hij zich misschien wel moslim
voelde, maar nooit z'n gebeden deed (dat kan namelijk best).
Wie deze observatie uit het onderzoek van Motief
legt naast twee artikelen uit het tweede deel van het boek (reflectie op
het onderzoek), beseft dat hier meer op het spel staat dan een discussie
over woorden alleen. De Brusselse politicoloog Patrick Stouthuysen
noemde dit op het colloquium het “Jan Leyers effect” en hij bedoelde
daarmee, dat mensen het onderwerp ‘godsdienst” - als er expliciet
naar gevraagd wordt – meer gewicht gaan geven dan het voor hen had
voordat er naar gevraagd werd, waardoor de beleving van de godsdienst
(i.c. Islam) langzaam verhuist van de culturele naar de persoonlijke
identiteit.
Essentialisering
Meryem Kanmaz (politicologe) noemt dat een
reductionistische tendens: De allochtoon wordt herleid tot zijn
moslim-zijn. En dit moslim-zijn wordt daarbij ook nog eens herleid tot
zijn expliciet religieuze component. In haar artikel (gebaseerd op
sociologisch onderzoek in Gent) stelt zij dat dit effectief leidt tot
een essentialisering bij de moslims zelf: zij gaan zich van de
weeromstuit veel islamitischer gedragen. Zij spiegelen in hun
antwoorden (en gedrag) het verwachtingspatroon van de omgeving. De
westerse Islam, die van deze essentialisering en bewustwording het
gevolg zal zijn, zal volgens mw. Kanmaz niet niet per se opener of
vrijer zijn dan de niet-Westerse. Zo zien wij in protestantse kringen
heel nadrukkelijk dat modernisering van het geloof bepaald niet
automatisch leidt tot een progressievere variant. Ik ben soms zelfs
geneigd te zeggen: integendeel. Wie zijn het “modernst” in organisatie,
mediagebruik, muziek en propaganda? De evangelicals, de
fundamentalisten, de integristen. Die groepen zijn immers zo overtuigd
van hun eigen waarheid, dat ze anderen aan zich gelijk willen maken
(voor hun bestwil, dat spreekt voor zich). Dat geldt voor het
christendom (ik heb nu de protestanten als voorbeeld genomen, maar ik
vermoed dat het zelfde ook geldt voor bewegingen in de rooms-katholieke
sectie van het christendom) maar zeker ook voor de Islam. Surft u maar
eens een poosje over het internet langs islamitische en christelijke
sites en u weet wat ik bedoel.
Demonen
Degene die hier expliciet voor waarschuwde, is de
Brusselse socioloog Patrick Stouthuysen in zijn pleidooi voor
“Levensbeschouwelijke terughoudendheid”. Naast het reeds genoemde “Jan
Leyers effect” wijst hij er vooral op, dat je door de religie en
levensbeschouwing actief in het publieke domein toe te laten, het risico
loopt demonen te ontbinden die je daarna niet meer kunt beheersen. Het
klinkt wel sympathiek om het inter-religieuze gesprek te promoten, maar
dat is nog wat anders dan het echt gaan voeren. Dan komen
tegenstellingen boven die het gesprek vervolgens gaan sturen in de
richting van een conflict. Juist door het openlijke gesprek (discussie,
debat) te zoeken, kon de voortgang van de vriendelijke, maar wat
afstandelijke communicatie, wel eens gehypothekeerd worden. De meest
scribenten en ondervraagde organisaties hebben daar schrik voor, maar
zijn van mening dat er gewoon geen alternatief is: Met de komst van de
Islam naar het Westen, heeft de godsdienst zich gewoon weer gemeld op
het “middenveld” en zullen we er mee moeten leren omgaan. En beter in
het openbaar elkaar bevragend en van mening verschillend, dan broeiend
en broedend in besloten groepen. Stouthuysen vreest echter dat het
middenveld of de openbare ruimte zo uit handen gegeven wordt aan degene
die het hardst roept. Als goeie vrijzinnige kon hij het niet nalaten een
vergelijking te maken: Hebben we eindelijk de publieke ruimte een beetje
vrijgemaakt van de christelijke dominantie, en nu geven we ’m zomaar uit
handen aan de moslims. Neen: Dan liever wat levensbeschouwelijke
terughoudendheid a.u.b.
Dick Wursten
Levensbeschouwing in het middenveld: cement of
segment (red. Rosalie Heens), 207 p.
(uitgave van vzw Motief, Marsveldstraat 5, 1050 Brussel).
Over het boek:
Dit voorjaar nam vzw Motief bij 35
organisaties uit het Vlaamse middenveld een diepte-interview af over de
manier waarop zij als organisatie met levensbeschouwing omgaan, zowel
intern als in standpunten naar buiten toe. Aan de hand van deze
getuigenissen werd een rapport opgesteld rond dit thema, waarvan de
bevindingen werden gepresenteerd en bediscussieerd tijdens een
colloquium (“Het lege midden”). Een uitgebreide samenvatting van het
rapport door Rosalie Heens (ca. 50 pagina’s) is te lezen in het boek dat
op diezelfde dag werd voorgesteld.
Een zeer leerzaam en bont geheel (zeer verscheiden
standpunten, zelfs oppositioneel) is het deel waarin elf deskundigen (in
minder dan 100 bladzijden, heerlijk beknopt en toch diepgravend) uit
wetenschap en/of praktijk reflecteren op het onderzoek. Ik noem de namen
met een kernwoord uit hun bijdragen. Erik Borgman (hoe diverser, hoe
beter), Patrick Stouthuysen (zoveel mogelijk privé houden), Patrick
Loobuyck (sociale cohesie in/door het middenveld), Ludo Abicht (Joodse
ervaringen), Meryem Kanmaz (culturele en politieke islam), Nadia Fadil
(gemeenschappelijke waarden vanuit de Islam), Remi Verwimp (over alles),
Jean-Paul Vermassen (ACW), Jozef Mampuys (KWB), Johan De Vriendt
(socio-cultureel vormingswerk, belang van verhalen), Elke Vandeperre
(handvaten voor de praktijk).
|