Gezang 185 |
||||
Vexilla regis prodeunt |
||||
[ Home ] [ Up ] [ Hymnen ] [ Psalm 121 ] [gezang 90] [ Gezang 125 ] [gezang 156] [ Gezang 157 ] [ Gezang 170 ] [ Gezang 185 ] [ gezang 186 ] [ Gezang 221 ] [ Gezang 313 ] [ Gezang 429 ] [ Paul Gerhardt ]
In november 569 verwerft de zeer vrome, maar ook zeer geleerde en gecultiveerde Thüringse prinses Radegonde (die in een klooster te Poitiers verblijft) een kostbare reliek: een stukje hout van het heilig kruis van Golgotha. Er wordt een feestelijke processie georganiseerd. De bevriende dichter Venantius Fortunatus (later bisschop van Poitiers) componeert enige kruishymnen, bedoeld om in een processie gezongen te worden. Dit is wel de bekendste. De andere is Pange lingua gloriosi Wat Venantius voor ogen zal hebben gestaan is een processie die met de kruisreliek uit de kerkdeur komt. Het beeld is dat van een groep soldaten die door de poort van hun legerplaats naar buiten komt achter het veldteken van de vorst: vanen, geen vaandels. (C.W. Mönnich) - Onder de tekst/vertaling leest u een uitgebreide beschouwing.
[A. Noordegraaf († 2011), verschenen in Wapenveld, 2000)] Elke godsdienst of levensbeschouwing kent wel een symbool: de halve maan
bij de Islam, de sikkel en de hamer bij het Marxisme, de Davidsster bij het
huidige Jodendom. De christelijke kerk draagt op haar gebouwen een kruis als
teken. Goedbeschouwd is dat een wonderlijke zaak. Want om het in moderne
bewoordingen te zeggen: het kruis is niets anders dan een galg, een
pijnbank, een martelwerktuig, in de antieke wereld de straf voor slaven en
politieke rebellen. De Romeinse redenaar Cicero noemt het ergens ‘een hoogst
wrede en weerzinwekkende straf’. Voor de jood stond het kruis gelijk met
vloek en uitstoting. Venantius FortunatusDe weinige gegevens over zijn leven zijn snel verteld. Hij leefde op het
breukvlak van twee culturen: de antieke cultuur van Rome en de opdringende
Germaanse cultuur. Als dichter vormt hij een schakel tussen de klassieke tijd
en de vroege Middeleeuwen. Hij werd omstreeks 530 geboren in de buurt van
Ravenna. Hij leed aan een oogziekte, waarvan hij naar zijn overtuiging op
wonderbaarlijke wijze door tussenkomst van de heilige Martinus van Tours
werd genezen. Uit dankbaarheid besloot hij een pelgrimstocht te ondernemen
naar Tours, waar de relikwieën van de heilige werden bewaard. Zijn reis
brengt hem ook in Poitiers. Daar komt hij in contact met de Thüringse
prinses Radegundis die daar in een door haar gesticht klooster verbleef. In
600, ongeveer negen jaar voor zijn dood, wordt de dichter tot bisschop van
Poitiers gewijd. [illustratie: kapiteel uit de kerk
St. Radegonde te Poitiers 11e eeuw] ProcessieliedIn november 569 kreeg Radegundis van de keizer een kostbare relikwie: een stukje van het heilig kruishout van Golgotha.Ter ere van die gebeurtenis werd een feestelijke processie georganiseerd. Daarvoor schreef Fortunatus zijn kruishymnen, bedoeld om in een processie gezongen te worden. Twee ervan zijn in vertaling opgenomen in het Liedboek voor de kerken, namelijk Pange lingua gloriosi (Gezang 186) en het lied dat we in dit artikel bespreken Vexilla regis prodeunt, door Schulte Nordholt vertaald met: ‘des konings vaandels gaan vooraan’. Mönnich evenwel wijst erop, dat we beter kunnen spreken over ‘koningsvanen’. De vertaling ‘vaandels’ wekt te zeer de suggestie van vendelzwaaiers of een vlaggenparade. We moeten denken aan een groep soldaten die door de poort van hun legerplaats naar buiten komt achter het veldteken van de vorst. Met de vorst is Christus bedoeld, de Zoon die zoals in een andere hymne gezegd wordt, ‘uit de burcht van de Vader’ gezonden wordt. In christelijke gedichten uit die tijd is de burcht vaak een metafoor voor de hemel, van waaruit de Zoon afdaalt naar de aarde. Maar de militaire toonzetting doet toch eerder denken aan een akropolis of legerkamp.
Het zijn de christenstrijders, de milites christiani, die achter het hoog opgerichte kruis de kerkdeur uit en de wereld intrekken. We zijn hier wel ver verwijderd van de tekening op de Palatinus. Het kruis is in deze hymne een trofee, die aan de bekeerde Germaanse barbaren duidelijk moet maken dat dat smadelijke kruisgebeuren een triomf is. Dit voor je gevoel militante lied kreeg een geweldige populariteit. Kruisvaarders zongen het als zij optrokken tegen de ongelovigen. Van een Franse ontdekkingsreiziger uit de zeventiende eeuw wordt verteld dat hij dit lied aanhief toen hij na een lange en barre tocht helemaal uit Canada naar het Zuiden er in geslaagd was de monding van de rivier de Missisippi te bereiken. Valse triomf?Wij staan daar wat onwennig en verbijsterd bij te kijken. OfferHet is allemaal waar en toch ben ik bang, dat we met deze overwegingen de dichter van dit lied geen recht doen. Het zou wel eens kunnen zijn dat we vanuit onze context met de herinnering aan een eeuwenlange geschiedenis onze denkbeelden inlezen in deze klassieke hymne. De grote kenner van het kerklied, prof. dr. G. van der Leeuw noemde het één van de schoonste liederen van de kerk. Dat geeft te denken. Is het allemaal wel zo militant als het op het eerste horen lijkt? De koningsvanen zijn omgeven door het mysterium crucis, het geheimenis van het kruis,
De handen uitgestrekt op het hout, de voeten met bloed bedekt, het ijzer van de speer die de zijde doorboort... dat alles klinkt bepaald niet triomfalistisch. De koning sterft de bittere slavendood. Hij is geen tiran of geweldenaar, maar hij is het offerlam, dat zich geeft redemptionis gratia, terwille van onze verlossing:
Water en bloed - wellicht een zinspeling op de sacramenten van doop en avondmaal - onderstrepen niet alleen contra de doceten de realiteit van de vleeswording en de kruisdood, maar getuigen ook van het heil, van reiniging en verzoening, van het leven dat opbloeit uit de dood. De boom des levensDatzelfde wordt ook verwoord in het bekende motief van het kruis als de levensboom. Een motief dat we ook veelvuldig aantreffen in de iconografie. Fortunatus maakt er een royaal gebruik van in zijn kruishymnen. In de achtste strofe van het Pange lingua (Gez. 186:8, L.v.K.) lezen we:
Ook in het lied over de koningsvanen is sprake van deze boom. De beelden
en associaties verdringen elkaar als het ware. De boom is getooid met
koninklijk purper, de koningsmantel is bloedrood gekleurd. De stam draagt
het heilig lichaam. De takken vormen een weegschaal, waar de prijs voor de
verlossing wordt afgewogen. Want wij zijn duur gekocht.
Het is een paradijselijk beeld dat de dichter hier oproept. We kennen het
uit de pastorale poëzie van de antieke wereld, maar hier worden deze
motieven dienstbaar gemaakt aan de bijbelse verkondiging. Want wie paradijs
zegt denkt aan de hof van Eden, aan Adam en Eva die verdreven werden uit die
hof, overgeleverd aan de dood als straf voor de zonde. Adam, u en ik... En
er is van ons uit geen weg terug tot de boom des levens. Christus, de tweede
Adam, ontsluit door zijn sterven de poort naar het paradijs, naar het leven. Kruis en troonZo staat het kruis in de wereld als een teken van hoop, een teken dat het
leven met Christus’ komst een keer heeft genomen en dat de
wereldgeschiedenis haar bestemming zal bereiken.
De dichter verwijst ons naar de Schrift, een woord uit Psalm 96:10. Het citaat is noch in de Hebreeuwse bijbel noch in de Vulgaat te vinden. Maar er is een oud handschrift, waarin we de lezing vinden:
Op die traditie zal Fortunatus hebben teruggegrepen. [opmerking:
In de tijd van Fortunatus bestond er nog geen 'eenheidstekst' en waren er
meerdere Latijnse versies tegelijk in gebruik, zeker van het Psalter. De
toevoeging a ligno staat in het zogeheten Psalterium Romanum,
het liturgische Psalter van het Vaticaan. Ook Augustinus kende deze
versie gezien zijn Psalmcommentaren/preken. Dus blijkbaar een tamelijk
courante lezing geweest, die voorzover bekend niet teruggaat op een
Hebreeuws of Grieks origineel. DW]
Ja, het moet je wel getoond worden. Het geheim van deze overwinning ligt
niet op straat. Het gaat slechts open voor wie gelooft. LiteratuurG. van der Leeuw, Beknopte geschiedenis van het kerklied,
Groningen 1939. |
||||
This site was last updated |
||||
|