Boerkini blues
De kwetsbare biotoop van het strand (16 augustus 2016)
Ach, nu moet zelfs het strand eraan geloven! Kunnen mensen niet ergens anders
een statement gaan maken? Die bijzondere biotoop, waar mensen allemaal anders
zijn dan gewoon, zich blootgeven en zich niet schamen voor hoe ze eruitzien (of
tenminste de schaamte even opzijzetten om te genieten van een groter goed: de
zon op het lichaam, de wind in de haren, het zand en de zee, de zee, de zee).
Zonder dat het ooit op papier is gezet, laat staan in wetsartikelen gegoten,
accepteren we elkaar op het strand zoals we zijn. Stilzwijgend is het verbond:
ik geef me bloot, jij ook en een ieder bepaalt zelf hoever
hij
of zij daarin gaat. En naarmate je de kleren aflegt, bouw je ook de verdediging
af, en het wantrouwen. Sociale onderscheiden vervagen, mensen worden meer één,
deel van de mensheid. En dan gebeuren er wonderlijke dingen: Mensen gaan over
tot andere actie. Ze begin zandkastelen te bouwen, ze laten vliegers op. Ze
spelen: homo ludens. Er wordt gelachen, geweend, geroepen. U kent de geluiden
wel. Een mantel van humaniteit legt zich op zo’n zonnige dag over het strand.
Wat een verkwikkende biotoop.
En altijd waren er mensen die enkel hun schoenen uittrokken, broekspijpen
oprolden of de lange rok opschortten, maar ook zij hoorden erbij. Ze gaven zich
eveneens bloot, op hun wijze. Ieder zag het en begreep het. Grenzen verleggen,
muren afbreken: het kan alleen als je allemaal meedoet en elkaar vertrouwt.
Natuurlijk was er spanning als iemand eens wat verder ging, maar het levend
organisme dat een samenleving is, kan dat aan, vangt dat op. Het plooit wat,
buigt wat mee, rekt wat op en krimpt om een nieuw evenwicht te vinden. Dat gaat
vanzelf, of toch bijna. Organisch is het goede woord. De mensen regelen
dat zelf, ze voelen het aan. Het ene strand is ook het andere niet. Kwamen er
vrouwen met een moslimachtergrond (ik bedoel niet gelovigen, want dat kun je er
niet afzien, enkel de cultuur kun je herkennen) naar het strand, dan zagen we
hoe zij ook genoten van de zon, de zee, de wind, het water. Ze tobden met hun
kleren en vonden hun eigen compromis. En de kinderen maakten plezier, bouwden
zandkastelen en sjouwden rond met emmertjes vol water. En de papa gooide de
frisbee naar zijn dochter en de mama maakte zich zorgen over de zoontjes die
zomaar het wilde woeste water inliepen. Het was goed zo. Ze hoorden erbij. Ze
voegden zich in het gebeuren en werden onderdeel van het levend organisme dat de
strandpopulatie eigenlijk is.
En toen waren er opeens de boerkinirellen. En weg is dit
strand, voorbij, voorgoed voorbij. Kunnen mensen die zonodig een politiek
statement willen maken (want dat is het, en dan heb ik het niet alleen over de
politici) dat alstublieft ergens anders gaan doen en het strand met rust laten.
Er blijven toch al zo weinig plaatsen over in deze wereld waar de onbekommerde
levensvreugde het nog voor het zeggen heeft. Politiek maakt meer kapot dan u
lief is.
Dick Wursten |