Sfeerbeelden
rond Bach’s Brandenburgse concerten...
[vooraf: Alle 6 Brandenburgse concerten
(1721) stammen uit de periode voordat Bach cantor werd in
Leipzig en als director musikes in dienst van de stad zijn
wereldberoemde werken religieuze werken schreef. Voor de uitvoering
van nr. 6, 5 en 3 op 1 maart 2009 in Berchem, schreef ik
onderstaande interventies. Het is gebaseerd op het modern
wetenschappelijk inzicht dat de concerten niet speciaal voor de
graaf van Brandenburg zijn geschreven, ook niet dienden als
heimelijke sollicitatie, maar alle stammen uit de periode dat Bach
in Anhalt-Cöthen actief was (misschien zelfs nog van daarvoor,
Weimar: 1708-1721 zijn de termini post en ante quem). Het is een
bundeling (bewerking ?) van reeds gebruikt materiaal opgedragen aan
de graaf ter herinnering aan een mooie muzikale ontmoeting enkele
jaren daarvoor (zie Chr. Wolff, J.S. Bach, the learned musician,
Bach's omschrijft het zelf ook zo).
Achtergrond/data: In 1708 was Bach organist en
kamermuzikant geworden in Weimar (en vanaf 1714 ook als
concertmeester: verantwoordelijke voor de kerkmuziek). In 1716
gunt men hem echter de post van kapelmeester
(verantwoordelijke voor de wereldse muziek) niet. Van 1717-1723 is
hij hofkapelmeester in Cöthen (prins Leopold. In 1723 wordt hij
cantor en muziekdirecteur in Leipzig.
-
Van Weimar naar Cöthen: van een
melomane prins
-
Een nieuw Klavecimbel uit Berlijn:
Mietke
-
naar Karlsbad: de uitvinding van
het muziek-zomerfestival
1. De transfer
van Weimar naar Cöthen
Johann Sebastian Bach was in zijn jonge jaren reeds
wereldberoemd (in heel Midden en Noord Duitsland) als klaviervirtuoos. Hij
had carrière gemaakt als organist in Mühlhausen (vooral zijn voetenwerk werd
alom bewonderd) en was door één van de hertogen van Weimar dan ook meteen in
dienstgenomen als organist en kamermuzikant (violist en klavecinist).
Het was een job die Bach niet kon weigeren, want de hertog bood hem een
royaal tracement. En wat wil je nog meer als jonge muzikant (hij was nog
maar 23, toen hij aangenomen werd). Er was echter één probleem in Weimar. De
hertogelijke broers maakten voortdurend ruzie en Bach kon zijn muzikale
vleugels niet uitslaan. Hij was enkel uitvoerend musicus. Hij voelde zich
beknot. En toen hij in 1716 dan ook nog eens gepasseerd toen de post van
kapelmeester (verantwoordelijke voor de wereldse muziek) vrijjkwam,
begon hij zich in Weimar te vervelen. Hij zat in een ‘gouden kooi’.
In datzelfde jaar (wrsch) leerde hij de nog jonge prins
van Anhalt-Cöthen, Leopold, kennen en begon – wrsch. bij beiden – het plan
te rijpen voor een transfer. Ja, ik zeg het bewust zo, omdat het
dienstverband van een hofmusicus toen misschien nog wel het meest lijkt op
de manier waarop tegenwoordig voetballers onder contract staan. Bach was in
loondienst van de hertog van Weimar. Hij mocht helemaal niet zomaar weg,
laat staan al een contract ondertekenen voordat hij daar zelfs maar
toestemming voor had gevraagd.
Laat dat nou echter precies zijn wat Bach wel heeft
gedaan. De hertogelijke notulen vermelden heel droog wat het gevolg was:
“Op 6 november 1717 werd de heer Bach, voormalig organist
en concertmeester veroordeeld tot een verblijf in de gerechtelijke
gevangenis voor het onbeschaamd en koppig afdwingen van zijn ontslag. Op 2
december is genoemde vrijgelaten en heengezonden met mededeling van oneervol
ontslag...
Linea recta ging het naar Cöthen, met vrouw en kinderen.
Maar... wat zocht hij dan in Cöthen? Waarom had hij daar
zelfs gevangenisstraf voor over? vergeleken met Weimar was het maar een
boerengat: nauwelijks 3000 inwoners, een kerk zonder degelijk orgel, een
calvinistische religie, dus geen kerkmuziek.. ?
Allemaal waar, maar Cöthen had één ding: een melomaan als
vorst. De 23-jarige Leopold von Anhalt-Cöthen was een groot muziekminnaar,
zelf veelzijdig muzikant; hij besteedde een kwart van de jaarlijkse
begroting aan zijn hobby: muziek.
Toen hij enkele jaren eerder, net teruggekeerd van een
Grand Tour langs alle kunststeden van Europa, vernam dat Freidrich
Wilhelm van Pruisen de hofkapel van zijn kunstminnende vader had opgedoekt,
had hij via zijn moeder de werkloze muzikanten meteen een contract
aangeboden. De helft van de ontslagen top musici nam het contract aan
en zo was in het provinciestadje Cöthen een uitzonderlijk muziekgezelschap
bij elkaar, bestaande uit louter virtuozen...
En toen enkele jaren later dus Bach de kans kreeg om daar
'hofkapelmeester' te worden, greep hij die kans met beide handen aan: Nu kon
hij eindelijk dat gaan doen, wat hij hij het liefst deed en het beste kon:
componeren en musiceren, als virtuoos onder de virtuozen...
En de prins ? Hij genoot
ervan, hij luisterde en als er een tweede gamba nodig was, dan deed hij vaak
zelf mee... zoals misschien wel in het eerste concert dat we nu gaan horen,
waar de nieuwerwetse snaarinstrumenten (violen) het opnemen tegen de oude
(de gamba’s)...
2. Een nieuw
klavecimbel: Mietke
Het muziekgezelschap in Cöthen vormde een hechte groep.
En wat moet het geweldig geweest zijn, daar samen te spelen, onder leiding
van Bach, de grote Bach. Er werd in heel die periode geen muziek meer
aangekocht. De prins had op z’n reizen alle mogelijk partituren gekocht en
Bach schreef gewoon zelf de muziek. Op grond van de materiaalkosten voor het
inbinden van partituren, ongeveer 1 nieuw werk per week. En dan op een goede
dag, begeeft het klavecimbel het... Repareren kan, maar nog mooier zou zijn
om een nieuw te kopen, gebouwd met de nieuwste technologische snufjes,
waardoor de repetitie van de toetsen sterk is verbeterd... Een echte Mietke,
de Steinway van zijn tijd.
Ja, daarvoor moet je wel naar de stad natuurlijk: 160 km
verderop, naar Berlijn. De klavecimbel wordt besteld en op 1 maar maart 1719
krijgt Bach 130 taler uit de prinselijke schatkist mee “voor het in Berlijn
gebouwde klavecimbel, inclusief reis- en verblijfskosten”. Eerst keuren
natuurlijk, dan kopen..
Alles blijkt in orde, want twee weken later wordt “het
Berlijnse Claveçyn” reeds in Cöthen geleverd.
Even tussen haakjes: Op de inventarislijst van de kapel
uit 1784 (65 jaar later) wordt het nog vermeld als “het grote klavecimbel
met twee manualen, door Michael Mietke in Berlijn, 1719:” met als
toevoeging: “defect”.
Bach zal de tijd dat hij in Berlijn vertoefd heeft,
beslist nuttig gebruikt hebben, dwz voor networking, het leggen van
contacten en een optreden aan het Pruisische hof. Dat laatste kon
gemakkelijk geregeld worden via Bachs Cöthense collega' s die zes jaar
eerder door prins Leopold uit Berlijn waren weggekocht.
Zeker is dat Bach hier een ontmoeting heeft gehad met
Christian Ludwig, zoon van de Keurvorst van Pruisen en markgraaf
van Brandenburg. Twee jaar later, in 1721, zou Bach aan diezelfde
markgraaf zijn Six Concerts avec plusieurs instruments opdragen, ter
herinnering aan hun toenmalige plezierige ontmoeting..
Bach wist zijn eigen zakelijke belangen en die van de
prins goed te combineren. De reis naar Berlijn had dan wel als hoofddoel de
aanschaf van een klavecimbel voor het Cöthense hof, maar ze wierp zowel
officieel als privé haar vruchten af. Het verblijf in Berlijn van de
prinselijk kapelmeester en klavecimbelvirtuoos vergrootte niet alleen de
roem van Bachs broodheer en diens vorstendom, maar ook die van hemzelf.
En heel goed voorstelbaar is zelfs, dat Bach, ter
inwijding van het nieuwe klavecimbel, een speicaal concerto heeft
gecomponeerd. Dat lijkt me zelfs zeer waarschijnlijk, en dan eentje waarin
je het Berlijnse klavecijn niet alleen maar als continuo instrument
hoort, in een begeleidene ondersteunende functie, maar eentje waarin alle
mogelijkheden van dit instrument eens goed in de verf worden gezet: het
eerste solistisch optreden van dit instrument in de geschiedenis: concerto
n°5, zoals het in de originele partituur staat: con Cembalo concertato...
Voor de gelegenheid zat ongetwijfeld Bach zelf aan het klavecimbel.
3. naar
Karlsbad: de uitvinding van het muziek-zomerfestival
Prins Leopold was ook een ijdele man en greep graag de
gelegenheid aan om met zijn kapelmeester en zijn virtuose musici buiten
Cöthen te pronken. Het liefst deed hij dat in in Karlsbad (het huidige
Karlovy Vary) in het noordwesten van Bohemen, een toentertijd zeer geliefd
kuuroord, ongeveer 200 kilometer van Cöthen.
De Habsburgse keizer met zijn gezin kwam er elke zomer
voor een lang verblijf uit Wenen naar het. Het resultaat was dat die
badplaats al snel een trekpleister werd voor de Europese aristocratie die er
vaak de gehele zomer vertoefde.
Ook prins Leopold verbleef er twee keer een maand in het
hoogseizoen: van half mei tot half juni 1718 en van eind mei tot begin juli
1720.
Op beide reizen nam hij zijn kapelmeester en een aantal
musici mee. In 1718 waren er behalve Bach nog zeker 6 andere muzikanten met
instrumenten bij. Bedienden werden betaald voor ‘het helpen vervoeren van 's
prinsen Clavecymbel naar Karlsbads’.
Natuurlijk liet Leopold zijn musici en vooral zijn
kapelmeester-componist- klaviervirtuoos niet alleen voor zichzelf liet
optreden. Hij zal met hen hebben gepronkt op feesten en partijen, want als
de upperclass van die tijd die niet bezig was met kuren,
verdreven ze de tijd met jagen, eten en genieten van de voorstellingen door
toneel- en muziekgezelschappen of kunstenaars die andere bezoekers hadden
meegebracht.
Tegen het decor van villa's, kuurzalen, hotels, casino's
en paviljoens van Karlsbad, vonden daar de eerste geregelde zomerfestivals
voor podiumkunsten plaats.
De tweede reis naar Karlsbad kende echter een tragische
afloop. Bij thuiskomst bleek Bachs vrouw Maria Barbara op zesendertigjarige
leeftijd (plotseling) te zijn overleden. Ze was reeds begraven. Hij vernam
dit pas bij het binnentreden van zijn huis, weet Carl Philipp Emmanuel in de
necrologie nog te melden. Na een huwelijk van 12 ½ jaar bleef hij
achter met vier jonge kinderen... en dan noem ik nog niet de drie
jonggestorven kinderen die hij daar al eerder ten grave had gedragen.
Maar het leven gaat door, de kinderen worden groter en
Bach moet aan hun toekomst denken. De oudsten moeten naar het gymnasium, en
Cöthen heeft eigenlijk niets te bieden. Eind 1720 solliciteert hij in
Hamburg naar de prestigieuze job als organist aan de Katarinakerk, hij maakt
grote indruk, maar uiteindelijk trekt hij zijn kandidatuur in... wrsch omdat
de commissieleden een kleine financiële bijdrage verwachten van de
sollicitanten.
Teleurgesteld keert Bach terug naar Cöthen, waar het
muziekleven echter gewoon doorgaat. De muziekkapel wordt zelfs nog
uitgebreid, er wordt een zangeres aangesteld, als kammermusicantin....
Anna Magdalena Wilcke, een jonge vrouw met grote muzikale kwaliteit en
fantastische stem: Haar tractement is meteen al bijna vergelijkbaar met dat
van Bach zelf. Het gevolg laat zich raden (als het al niet voordien zover
was): op 3 december 1721 treden ze in het huwelijk.
Anna Magdalena is niet alleen een moeder voor de kinderen
van Maria Barbara, maar ook een muzikale medewerker van formaat en krijgt
zelf nog ... schrik niet: 13 kinderen waarvan er 10 in leven blijven. In
1723 besluit Bach het hof van Cöthen te verlaten en een nieuwe uitdaging aan
te nemen: in de grote stad Leipzig cantor te worden vande Thomasschool en
verantwoordelijke voor het hele muziekleven van de stad.
Toch is hij Cöthen nooit vergeten; Als prins Leopold in
1728 overlijdt (nog maar 34 jaar) trekt Bach naar Cöthen en verzorgt de
muziek tijdens zijn begrafenis. Grote delen van deze cantate zijn ontleend
aan Bach’s grootste werk: de Matthäuspassion.
Wij eindigen echter met een positieve noot: het prachtige
3de concert... ouderwets van vorm een drieledig concerto grosso,
zonder soloinstrument... , maar een onaflatende warme golfstroom van
leven..., een eindeloze trialoog.
|